Rozerode schaamblosjes op Europese wangen

Vorige week bracht de Europese ngo Transparency International een lijvig rapport uit over de correcte werking en transparantie van de Europese instellingen. Het onderzoek kreeg relatief weinig aandacht in de Vlaamse pers. Dat is jammer, want er zijn heel wat pijnpunten.

Het zegt veel dat The New York Times het belang van dit rapport voor de komende verkiezingen een stuk sterker in de verf zette dan onze eigen media:

The findings could bolster the views of critics who say some of European institutions are not worth saving because they have become elitist and unaccountable. Rising discontent with the union is expected to aid candidates from populist parties and other groups skeptical of the European project, who are expected to win a record number of seats at the European Parliament.

Carl Dolan van Transparency International was snoeihard over het Europees Parlement, dat niet wilde meewerken aan het onderzoek: ‘The attitude of the Parliament’s hierarchy shows that there is a tendency there to circle the wagons and take the attitude of, ‘You’re either for us or against us’.’

Ik ben er zelf nog maar pas aan toegekomen om de doorlichting te lezen van het Europees Parlement, Europese Commissie, Europese Raad, Raad van Ministers, Europees Hof van Justitie, Europees Hof van Auditeurs, OLAF, Europol en Eurojust. Dit is voor mij daaruit de sleutelpassage:

Het risico op corruptie binnen de EU is reëel. De grootste problemen liggen bij de troebele besluitvormingsprocedure bij het maken van wetgeving, lobbying aan de EU, de slechte omgang met belangenconflicten, de zwakke bescherming voor klokkenluiders en zwakke straffen voor corrupte bedrijven.

Ik haak even in op de belangrijkste delen met enkele aanvullingen en bedenkingen:

Troebele besluitvormingsprocedure: Deze conclusie van de Britse denktank Centre for European Reform zegt het eigenlijk best: ‘Sinds de start van de crisis heeft de methode om in noodgevallen een akkoord te vinden tussen de achtentwintig lidstaten eruit bestaan de onderhandelingen te onttrekken aan het publieke oog; het aantal deelnemers eraan te beperken tot het allerhoogste politieke niveau; kleine stapjes te zetten zonder daarvan de langetermijngevolgen uit te leggen; en de communicatie met het volk te beperken tot persconferenties nadat de beslissingen al zijn genomen. Die methode was misschien gerechtvaardigd in het begin van de crisis, maar nu schiet ze tekort omdat de gevolgen van de beslissingen zo groot zijn, zeker op het vlak van besparingen. Deze “stille revolutie” heeft mee gezorgd voor de opmars van de euroscepsis en het groeiende wantrouwen in politieke instellingen.’

Transparency International klaagt niet alleen aan dat de besluitvormingsprocedures veel te ingewikkeld zijn, maar ook dat ze te vaak achter gesloten deuren plaatsvinden waardoor er nog amper democratische controle is.

Lobbying: De website LobbyPlag.eu toonde vorig jaar aan dat hele lappen tekst van de amendementen op de nieuwe Europese privacywetgeving letterlijk waren overgenomen uit lobbydocumenten van Google, Facebook, Yahoo enzovoort. Die zijn niet allemaal privacy-onvriendelijk, maar toch roept het de vraag op wiens belangen veel van die parlementsleden eigenlijk vertegenwoordigen: die van Amerikaanse bedrijven of die van de Europese burgers die hen verkozen hebben?

De schattingen over het aantal lobbyisten in Brussel lopen uiteen van 15.000 tot 30.000. Op dit ogenblik is er geen verplichting voor EU-wetgevers om bekend te maken met welke lobbyisten ze gesproken hebben en of die geholpen hebben bij het opstellen van amendementen of input gegeven hebben.

Belangenconflicten: Er is een goede controle op de Europese ambtenaren maar dat geldt jammer genoeg niet voor de Europese parlementairen (MEPs) en hun personeel, en voor de toplui binnen de EU. Er is bijvoorbeeld geen duidelijke en systematische aangifte van de financiële belangen van de MEPs, eurocommissarissen of leden van het Europese Hof van Auditeurs.

Klokkenluiders: Er zijn geen algemene, duidelijke regels voor de bescherming van klokkenluiders in de verschillende Europese instellingen. Tekenend is dat OLAF, de antifraudedienst die onder de Europese Commissie valt, een klokkenluidersregeling heeft voor EU-ambtenaren uit andere instellingen, maar niet voor die van haarzelf. Als er binnen OLAF malversaties zijn, kunnen die werknemers dus niet terugvallen op een beschermingsregeling als ze die aanklagen.

Deze uiterst interessante studie laat jammer genoeg de Europese Centrale Bank buiten beschouwing. De auteurs verwijzen naar tijdsgebrek en (tussen de lijnen door) naar een gebrek aan expertise als het om de doorlichting van een monetaire instelling gaat.

Dat is jammer en iets waar in de toekomst hopelijk verandering in komt. De ECB is immers een van de grootste oorzaken van het afnemend Europees democratisch gehalte. De uitgebreide onderbouwing van deze boude stelling vindt u in Ons Europa is niet dat van hen, hier haal ik enkel een passage aan uit het voorwoord van Guy Verhofstadt (kandidaat-Commissievoorzitter voor de Europese liberalen):

Niemand die twijfelt aan de competentie van de ECB-ambtenaren, maar ze hoeven aan werkelijk niemand verantwoording af te leggen. En dat terwijl ze een van de belangrijkste beleidsbeslissingen van het afgelopen decennium genomen hebben. Een beslissing met mogelijke repercussies voor de wereldeconomie. Ziedaar het democratische deficit waarmee onze unie kampt.

De ECB wordt later dit jaar bovendien ook nog eens de toezichthouder op de Europese banksector, dus is het cruciaal dat haar werking tegen het licht gehouden wordt. Liever vandaag dan morgen.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s