‘Ok jld.’ – Het einde van de no-nonsense politicus

Waarom loopt het bij het ene interview vanaf minuut één en wil het bij een ander maar niet klikken? Het is een vraag die een doctoraat waard is en ik ga er mij hier dus ook niet aan wagen, maar ze schoot mij meteen te binnen toen ik hoorde dat Jean-Luc Dehaene vandaag is overleden. De Belgische ex-premier is een van de weinige mensen die ik geïnterviewd heb, waarbij er tijdens het gesprek een totaal onverhoopte omslag plaatsvond.

In oktober vorig jaar zocht ik Dehaene op in het Altiero Spinelli-gebouw van het Europees Parlement voor mijn boek Ons Europa is niet dat van hen. Zijn secretaresse liet me binnen. Hij zat met priemende ogen op mij te wachten. ‘Zeg het eens. Wat moet je van mij hebben?’

Vervolgens liep het interview niet. Voor geen meter. Ik kreeg enkel standaardreplieken uit de man, dezelfde antwoorden die ik in mijn voorbereiding al tien keer was tegengekomen. Wat ik ook probeerde, het wou maar niet lukken om hem uit zijn tent te lokken.

Na drie kwartier zat ik zo’n beetje door mijn vragen heen en ik begon er mij bij neer te leggen dat dit een van die Grote Gemiste Interviews zou worden waarvan alleen al de gedachte volstaat om een journalist ’s nachts badend in het zweet wakker te doen schieten.

Met een rotgevoel begon ik het gesprek af te ronden.

En toen gebeurde er iets geweldig. Ik vertelde een banale anekdote over de camerageilheid van een Europarlementslid die ik kort daarvoor had gezien, en Dehaene begon te lachen. Plots vertelde hij de ene grap en plaagstoot na de andere. De sfeer nam een bocht van 180°, en ik hernam de vragen die al de revue gepasseerd waren. Nu kwamen er heel andere, spontane antwoorden. Tegen dat mijn uur er op zat, had Dehaene er echt zin in gekregen. ‘Blijf nog wat zitten. Ik heb nog wel een kwartier.’

Alle quotes die in het boek zitten, komen uit dat laatste half uur, geen enkele uit de eerste drie kwartier. Ik geef er hier eentje dat het dichtst aansluit bij zijn imago van no-nonsense politicus, een ‘politieker van de vorige eeuw’ ook, zoals hij zelf zei.

‘Camera’s binnenbrengen in een parlement is dodelijk voor de discussie’, zucht Dehaene, ‘want dan domineert de perceptie op de realiteit. Wanneer kom ik in het nieuws? Als ik in mijn short naar de uitzending ga, dan heeft heel Europa het gezien, maar heeft geen kat gehoord wat ik heb gezegd. De snelle communicatie en de korte termijn domineren, en dat maakt de politieke besluitvorming op lange termijn bijzonder moeilijk.’

‘Nu is het den ouwen die klapt, hé’, lacht hij verontschuldigend. ‘Maar dat een beslissing pas democratisch is als elke burger erbij betrokken is, dat is niet mijn definitie van democratie. Dat er openheid van bestuur en transparantie moet zijn, klinkt allemaal goed. Maar als je denkt dat akkoorden kunnen onderhandeld worden voor de tv-camera’s, vergeet het dan maar.’

Het zal de komende dagen necrologieën regenen. En die zullen ongetwijfeld een genuanceerd beeld geven van een van de boeiendste politici die België rijk is geweest. Voor mij zal Jean-Luc Dehaene in elk geval altijd de premier zijn waarmee ik ben opgegroeid en die zijn volk ‘tut-tut-tut’, ‘geen commentaar’ en ‘problemen moet je oplossen als ze zich stellen’ leerde. En de man die de quotes van ons gesprek nalas en per mail reageerde met:

‘Ok jld.’

No-nonsense tot het bittere eind.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s