‘Ze kunnen beter in de tent zitten en naar buiten pissen, dan van buiten naar binnen pissen.’
Die legendarische woorden van de voormalige Amerikaanse president Lyndon B. Johnson houden overtuigde federalisten, ontgoocheld door de eurosceptische opmars bij de jongste Europese verkiezingen, best in het achterhoofd.
In een opiniestuk dat vandaag in De Standaard staat – en dat hier te lezen is – betoog ik dat de as waarlangs de belangrijkste Europese breuklijn loopt, al lang niet meer die van links-rechts of noord-zuid is, maar wel tussen federalisten en voorstanders van de natiestaat.
Toch hoor je die termen maar weinig. Het blijft meestal beperkt tot het zwart-witte eurofielen versus eurosceptici, classificaties die het boeiende debat over welk Europa we nu eigenlijk willen oneer aandoen.
In de opiniebijdrage spits ik mij vooral toe op de vreemde bevinding dat voor Belgen federalisering binnen de landsgrenzen gelijkstaat aan het overdragen van bevoegdheden naar de regio’s, terwijl dat op Europees niveau net het omgekeerde betekent. Lagere overheden zijn blijkbaar beter geplaatst is om veel problemen aan te pakken, maar niet als het de EU gaat…
Andere opiniestukken die de voorbije weken zijn verschenen in het kader van mijn boek Ons Europa is niet dat van hen:
Poolse premier is de beste EU-chef, NRC Handelsblad, 28 mei.
De geldpot van Europa kan beter besteed worden, De Tijd, 6 mei.