Iemand gaf Ibrahimovic een zwarte stift en zei: ‘Kan jij daar eens een goeie grap mee uithalen, Zlatan?’ Tuurlijk wel, zei de Zweed, en hij maakte zich een onmondige woordvoerder van 805 miljoen hongerlijders.
Mijn broer Bert schreef vandaag een scherp opiniestuk in De Standaard over stervoetballer Zlatan Ibrahimovic die in een veel gehypt filmpje oproept om stil te staan bij de honger en het leed van 805 mensen. Een aantal van hun namen heeft hij in afwasbare inkt op zijn lichaam laten ‘tatoeëren’.
Dat stuit mijn broer als coördinator van de Belgian Homeless Cup, een sociaal-sportieve voetbalcompetitie voor dak- en thuislozen, tegen de borst. Zijn organisatie gelooft in de kracht van voetbal en de kracht van mensen. Het Zlatan-filmpje gaat niet over de mensen voor wie de oproep zogezegd dient, maar wel over het verheerlijken van één man. Dat is volgens hem jammer genoeg exemplarisch voor hoe wij als maatschappij tegen sport- en mediafiguren aankijken.
Er blijft bij mij nog één vraag hangen, en die heeft te maken met de volgende passage:
Geen PR-bureau kan ooit de merk- en marktwaarde van Ibrahimovic zo oppompen als het World Food Programme met deze campagne doet. De Zweed heeft daar klaarblijkelijk zelf niets voor moeten doen. Nergens horen we wat zijn eigen bijdrage is, op het aanbieden van zijn vel als canvas na.
Het WFP is een afdeling van de Verenigde Naties. Hoe hebben zij het in godsnaam in hun hoofd gekregen om zo’n nietszeggende campagne met zo’n nietszeggend figuur op poten te zetten?
Enfin, een must-read. En dat zeg ik niet als broer, maar als medeverontwaardigde burger.