De verschrikkelijke realiteit van de Grieken

Nu de discussie over een Grexit weer volop woedt (geloof ze trouwens niet, diegene die zeggen dat dit het ‘ultieme moment van de waarheid’ of ‘de allerlaatste kans’ is), valt me op hoezeer de emotie de bovenhand neemt in krantenberichten en opiniestukken.

Die emoties vertroebelen het debat. Laat mij beginnen met een eenvoudige vaststelling, namelijk dat alle eurolanden hun overheidsschuld in een redelijke termijn terug naar een houdbaar niveau moeten kunnen brengen. Daar kan, denk ik, iedereen het toch over eens zijn.

Dat betekent voor Griekenland onvermijdelijk een begrotingstransfer onder de vorm van een forse schuldherschikking. De Griekse overheidsschuld bedraagt op dit ogenblik ruim 180 procent van het bruto binnenlands product. En dat dus ondanks de inlevering door de private schuldeisers in februari 2012. Het is niet alleen economisch, maar ook democratisch onbegonnen werk om die enorme schuldenberg zonder hulp helemaal af te bouwen.

Bij die eerste schuldherschikking bleven de publieke geldschieters – voornamelijk de andere eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – buiten schot. Hoewel de rente die Athene op die schulden betaalt veel lager is dan wat het zou moeten ophoesten indien het zich op de financiële markt zou moeten financieren, kost dat die donoren geen geld. De rente die zij krijgen, ligt immers hoger dan wat ze zelf betalen om die extra schuld te maken. Zolang er dus geen korting komt op de hoofdbedragen, of de looptijden stevig verlengd worden waardoor de nominale waarde van de terugbetalingen daalt, doet geen van hen er verlies aan. Het gaat met andere woorden tot op vandaag over een lening, geen steun (in de zin van transfer).

Een nieuwe schuldherschikking kan op twee manieren gebeuren: binnen of buiten de eurozone. Als de politieke wil nog bestaat om de Griekse lidkaart van het euroclubje te verlengen, kan die herschikking best op een geordende manier gebeuren. Dat begint met te erkennen dat ze nodig is. Het is in dat geval ook niet meer dan logisch dat mee te nemen in de deal die Griekenland en de trojka (dat is het driespan van Europese Commisse, Europese Centrale Bank en het IMF) nu in spoedtempo moeten bedisselen.

Tot op vandaag luidt het echter dat de Grieken eerst heel wat structurele hervormingen moeten doen vooraleer dat taboe kan sneuvelen. Voor alle duidelijkheid: wat de trojka vraagt, klinkt misschien Spartaans, maar niet onredelijk. Griekenland heeft niet zomaar een verkoudheid: het land lijkt in sommige opzichten terminaal en daarom is het ook niet onlogisch dat de trojka zweert bij het spreekwoord ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’.

De trojka wil simpelweg enkele jaren voorsprong nemen tot die schuldherschikking er effectief komt. Kostbare jaren waarin Griekse politici zich aan de afspraken moeten houden. Het gevaar bestaat immers dat bij een schuldherschikking nú, Hellas binnen de kortste keren terugkomt op de gemaakte afspraken. Niemand lijkt er immers ook maar enig vertrouwen in te hebben dat Alexis Tsipras (links op de foto) zich aan de deal zal houden. Daar kan ik de sceptici overigens enkel gelijk in geven. Veel vertrouwenwekkende signalen zijn er niet gekomen uit Athene sinds Syriza aan de macht is gekomen.

Toch moet er een oplossing te bedenken zijn. Een voorstel dat ik vorig jaar in Ons Europa is niet dat van hen heb gedaan, is om een schuldherschikking trapsgewijs te laten verlopen in ruil voor structurele hervormingen en dat te koppelen aan een tijdspad.

Daarbij worden de leningen nog steeds in schijven toebedeeld en blijven ze gekoppeld aan harde afspraken. Er is evenwel een element dat inspeelt op de houdbaarheid van de schuld. Als Griekenland de afspraken nakomt, valt een deel van de uitstaande schuld weg. Als het bepaalde doelstellingen sneller kan halen dan afgesproken, zoals het herstel van de concurrentiepositie, het terugdringen van corruptie of het hervormen van het pensioenstelsel, dan stijgt bovendien het bedrag dat het niet meer terug hoeft te betalen.

Een ander voorstel gaat over het herzien van de huidige begrotingsregels. Eigenlijk is een begroting een achterlijk instrument, niets meer dan een kasboekhouding.

Het verhogen van de pensioenleeftijd is daar een mooi voorbeeld van. Ja, mensen dragen erdoor langer bij aan het pensioenstelsel terwijl ze er tegelijkertijd minder lang gebruik van maken, maar dat voelt een begroting op korte termijn amper terwijl het een zeer onpopulaire maatregel is. Het is dus begrijpelijk dat politici er zich met hand en tand tegen verzetten.

Mochten de Europese begrotingsregels toestaan dat de opbrengsten van zulke maatregelen verdisconteerd worden (en dus latere opbrengsten deels kunnen doorgerekend worden naar de huidige financiën), kan dat bijdragen aan het oplossen van de impasse. Dit heeft natuurlijk ook zijn gevaren, maar het zou geen taboe mogen zijn.

Wil ik maar besluiten dat je een land dat zo kapot is als Griekenland niet op een vijftal jaar repareert. Daar gaan generaties over. Dat is verschrikkelijk, maar het is wel de realiteit. Jammer genoeg wordt met dat tijdsaspect in de huidige discussies op te weinig manieren rekening gehouden.

UPDATE: Mijn goede vriend en De Tijd-journalist Kurt Vansteeland voegt er per mail nog een bedenking aan toe, die ik hier graag deel.

[De Duitse minister van Financiën Wolfgang] Schäuble en co moeten wat minder neuten: zij verspreiden de mythe dat de Grieken nog niks gedaan hebben, terwijl ze op zes jaar tijd 40 procent ingeleverd hebben op hun pensioenen en de reële lonen met zo’n 30 procent gezakt zijn. Een interne devaluatie dus die minstens die van Ierland of Letland benadert. Het probleem is evenwel dat Griekenland met zijn bijna communistische economie in niets op die kleine, flexibele economieën gelijkt. Als ik mij niet vergis vertegenwoordigt de uitvoer minder dan 30 procent van het bruto binnenlands product tegenover 80 procent voor België en Nederland en meer dan 100 procent voor Ierland.

Kortom: je hebt groot gelijk dat de Griekse economie een gezondheid schoppen werk van generaties ipv jaren zal zijn. Idem voor de begroting: daarvoor moet eerst het hele inefficiënte overheidsapparaat en de dramatische belastinginning op de schop, en moet de Griek ook nog eens van mentaliteit veranderen en leren een goede burger te zijn die ziet dat hij in ruil voor zijn belastinggeld waar voor zijn geld krijgt.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s