In de vorige blogpost verwees ik al naar een recent verschenen working paper van Carmen Reinhart. Daarin zet de topeconome van Harvard University het spotlicht op een hier in Europa onbekende econoom: de net als haar in Cuba geboren Carlos Díaz Alejandro. De man overleed in 1985 op 48-jarige leeftijd aan een longontsteking (hier de necrologie van The New York Times).
De reden voor haar interesse in het werk van Díaz Alejandro is simpel. In This Time Is Different, de economische bestseller die Reinhart in 2009 uitbracht samen met haar collega Kenneth Rogoff, trekt ze lessen uit het bestuderen van 800 jaar economische en financiële crisissen. Díaz Alejandro deed iets gelijkaardig, maar beperkte zich tot de Latijns-Amerikaanse crisissen van het derde en achtste decennium van de vorige eeuw.
‘Carlos leeft vandaag intellectueel nog altijd en zijn werk is enorm pertinent voor de uitdagingen van onze tijd’, bezweert Reinhart. Dat valt overigens al af te leiden uit de titel van zijn bekendste werk, ‘Goodbye Financial Repression, Hello Financial Crash’, uit 1984.
De paper is zeker de moeite van het lezen waard, al blijft Reinhart jammer genoeg veel te vaag bij het beantwooorden van de vraag die ze zelf in het begin als teaser opwerpt: ‘Is another Latin American crisis brewing?’
Zelf vind ik de passages waarin de inzichten van Díaz Alejandro over het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aan bod komen, de interessantste. In 1982 schreef hij daarover in een paper met co-auteur Edmar Lisboa Bacha het volgende:
‘Pogingen om expliciete en universele regels vast te leggen om schuld te herschikken waaronder de vereiste dat het IMF er ten alle tijd bij moet betrokken zijn, lijken onder de huidige omstandigheden ongepast.’
In een werkstuk uit 1984 ging hij daarop door:
‘Niettegenstaande er twijfels bestaan over het beleid en de kredietpolitiek van het IMF, valt te verdedigen dat het beter was om een imperfect IMF te hebben, dan helemaal geen IMF. Het is echter maar de vraag of het IMF altijd een rol moet spelen in een crisis. Een internationaal mechanisme dat vergelijkbaar is met de ‘faillissementsrechters’ in de VS bijvoorbeeld, laat nog altijd op zich wachten. Het IMF is niet geschikt om die rol van van rechter op zich te nemen, aangezien het zelf geld leent en uitleent, ook al is dat niet met de bedoeling er winst mee te maken.’
Dat deed mij denken aan het interview dat ik enkele maanden geleden had met Paul Blustein (verschenen in Trends, 04/06/2015). Die expert in internationaal economisch beleid aan het Centre for International Governance Innovation (CIGI) doet al een hele tijd diepgravend onderzoek naar het reilen en zeilen bij het IMF. Hij legde in ons gesprek uitstekend uit hoe het kunnen gebeuren is dat de brandweer naar huis reed terwijl de rook al binnenwaaide, en hoe ze het late bluswerk bovendien ook nog eens verkeerd aanpakte. Warm aanbevolen, alhier.
Ik haal er een enkele passage uit die mooi aansluit op wat Díaz Alejandro zei:
Paul Blustein: ‘Als het IMF effectief gelooft dat een Griekse schuldherschikking nodig is, dan moet het eisen dat de hele eurozone mee in bad gaat. De overheden die geld geleend hebben aan Griekenland moeten dan een deel van hun vordering laten vallen. Als die bestuurselite dat weigert, dan moet het IMF consequent zijn en een punt zetten achter zijn betrokkenheid in Europa. Als het daarna verkeerd loopt, hoort het wel klaar te staan om Griekenland te helpen bij een grexit.’