In (onder meer) De Tijd staat deze week dat een gewone meerderheid zou volstaan om balorige Oost-Europese landen quota op te leggen voor de opvang van vluchtelingen. Hier de passage:
Over een goede drie weken, op 8 oktober, is een nieuwe vergadering gepland van de EU-ministers. ‘We geven enkele landen nog wat tijd om goed na te denken’, zei Timmermans veelbetekenend. Hij gaf ook aan dat er op 8 oktober wel degelijk een beslissing valt. De landen die nu tegenstribbelen, krijgen dan opvangquota opgelegd. De beslissing kan immers met meerderheid van stemmen genomen worden.
Naar ik meen te herinneren, is er op dit vlak evenwel geen ‘gewone’ meerderheid nodig, maar wel een gekwalificeerde meerderheid (QMV). Navraag bij Hendrik Vos, Europa-specialist aan de Universiteit Gent, bevestigt dat.
Pro memorie, voor een gekwalificeerde meerderheid zijn de regels voor goedkeuring als volgt:
- minimaal 55% van de lidstaten is voor.
- deze lidstaten vertegenwoordigen minstens 65% van de inwoners van de EU.
Omdat niets ooit eenvoudig is in de EU, hebben we het hier echter niet over een ‘gewone’ QMV. Het gaat namelijk over een thema waar het VK, Ierland en Denemarken een opt-out voor bedongen hebben. Zij worden dus ook niet bij die besluitvorming betrokken.
Van de ‘resterende’ 25 EU-landen moeten er om de quota door te drukken daarom minstens 14 lidstaten vóór stemmen, en samen moeten zij meer dan 280.985.000 burgers vertegenwoordigen. Geen van beide criteria mag moeilijkheden opleveren. De kans dat er twaalf of meer lidstaten tegenstemmen is heel klein, en het burgercriterium is vlot binnen dankzij de steun van de grote lidstaten.
Moeilijk werkbare praktijk
Het ziet er dus naar uit dat Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Roemenië het onderspit zullen delven. Of niet? ‘Als de meerderheid tegen de minderheid in beslist om quota op te leggen, zal dat in de praktijk toch moeilijk werkbaar zijn’, legt professor Vos uit. ‘Als bijvoorbeeld Hongarije of Slowakije weigert om een vluchteling op te vangen, dan kan de Europese Commissie een inbreukprocedure starten en een paar jaar later zal het Hof van Justitie dan vermoedelijk bevestigen dat ze in de fout zijn gegaan. Daar schiet niemand veel mee op.’
Het blijft daarom de bedoeling om naar een meer omvattend plan te gaan dat op volledige consensus kan rekenen, zegt Vos. ‘Daarbij wordt dan onvermijdelijk alles aan alles gekoppeld. Dus ook duidelijke engagementen voor een sterkere bewaking van de buitengrenzen, hulp aan regio’s in nood zodat vluchtelingen minder de neiging hebben om naar hier te komen, een lijst veilige landen, en ga zo maar door.’
Dat moet dan wel gebeuren op een hoger niveau dan dat van de ministers van Binnenlandse Zaken, stipt hij aan. ‘Dan heb je dus een extra top nodig op het niveau van de Europese Raad. Ik denk dat de kans groot is dat die er komt, ergens volgende week of zo.’