‘Ik wil tot geen enkele club behoren die mij zou aanvaarden als lid’, grapte Groucho Marx ooit. Als er in de geschiedenis van de 20ste eeuw één club was waar dat een enorme vergissing was geweest, dan is het wel de Bloomsbury Group.
De naam van deze bende van diepe denkers, grote creatievelingen, en excentriekelingen (voor zover die al niet met elkaar samenvielen) kwam van de Londense wijk Bloomsbury, waar enkelen van hen woonden en waar ze geregeld samenkwamen. Als verlichte geesten deelden ze ideeën, lief en leed met elkaar. En ook de lakens, maar daar hebben we het zo dadelijk over.
Doorheen de jaren (ruw geschat van 1910 tot 1978) waren er veel passanten in de Bloomsbury Group, maar de kernleden waren:
- John Maynard Keynes, die er The Economic Consequences of the Peace (1919) schreef (misschien nog best samen te vatten met een zin uit een andere publicatie van de oereconoom, Notes on an Indemnity, van een jaar eerder, namelijk ‘If Germany is to be milked, it must not first of all be ruined’).
- Schrijvers Virginia Woolf, en haar man Leonard, Lytton Strachey, E.M. Forster en David ‘Bunny’ Garnett.
- Schilders Duncan Grant en Roger Fry.
- Kunstcriticus Clive Bell en zijn vrouw, de schilderes Vanessa Bell (trouwens ook de zus en toeverlaat van Virginia Woolf).
- Journalist Desmond MacCarthy.
Voor economen is het opvallendste lid natuurlijk John Maynard Keynes (foto hiernaast). Ik laat het voor niet-economen graag over aan Pierre Huylenbroeck om zijn belang te omschrijven (uit een artikel in De Tijd uit 2000):
Keynes is zonder discussie de grootste econoom van de 20ste eeuw. Zijn magnum opus is volgens velen het belangrijkste wetenschappelijke werk van de eeuw. Geen enkel ander boek beïnvloedde in die mate het uitzicht van de maatschappij en de rol van regeringen. Alsof dat allemaal niet voldoende is, was Keynes de architect van het grootste monetaire systeem van de eeuw. En ja, hij staat ook geboekstaafd als een der grootste beleggers.
Keynes was uiterst intelligent en welbespraakt, en hij wist het. Hij was arrogant en onbescheiden, ook al zorgde hij met zijn opmerking over economie, ‘Ik denk dat ik hier nogal goed in ben’, voor het grootste economische understatement sinds Adam Smith in de 18de eeuw zei dat hij The Wealth of Nations schreef om de tijd te doden.
Hoe belangrijk ook, binnen de ‘bloomsburries’ was Keynes niet de spil van de groep. Dat leert een recente paper van Peter Dolton van Sussex University. Met dat onderzoek wil hij meer inzicht krijgen in hoe sociale netwerkeffecten werken. Omdat de verhoudingen tussen een groep van mensen vandaag moeilijk te volgen zijn (e-mails zijn privé, en worden bovendien vaak verwijderd), grijpt de academicus terug naar de Bloomsbury Group, waarvan de interacties goed gedocumenteerd zijn.
Het is passend dat het net een academicus van Sussex University is die zich daarin verdiept. In die streek lag namelijk Charleston Farmhouse, waar het echtpaar Bell met hun kinderen en enkele vrienden woonden (een heel Miss Marple-achtige plek volgens Kurt). Aanvankelijk was het voor de bloomburries vooral een dankbare ontsnappingsplek om de Eerste Wereldoorlog even te vergeten. Later groeide het uit tot een belangrijke ontmoetingsplaats.
Onderstaande grafiek toont dat niet Keynes (JMK) maar wel ene LS het belangrijkste lid van de Bloomsbury Group was (Keynes komt op de tweede plaats). Het gaat om de schrijver Lytton Strachey.
De sappigste passages in de paper gaan over het liefdesleven van de leden van de Bloomsbury Group, dat een ware soap was. Lees maar even mee:
Grant had sexual relations with: Garnett, Keynes, Strachey, Adrian Stephens and Vanessa Bell. Vanessa Bell had sexual relations with: Roger Fry, Clive Bell and Duncan Grant. Keynes had sexual relations with: Grant, Garnett, Strachey and Lydia Lopokova. Grant was a lover of Keynes, Garnett, Bell, Strachey and many more.
Non reciprocated relationships: It was clear that Garnett had an unrequited love for Vanessa Bell and many members of the group had a much greater affection and strength of feeling towards Grant than Grant had for them. Ottoline Morrell had feelings for Virginia Woolf which were not reciprocated. Likewise, Dora Carrington was thwarted in her feelings for Lytton Strachey, Lytton Strachey for David Gerter, and David Gerter for Dora Carrington. It is reported that Lytton Strachey did not see eye to eye with Clive Bell. Vanessa Bell was married to Clive Bell but lived with Duncan Grant. Leonard Woolf was married to Virginia Woolf, and Harold Nicolson was married to Vita Sackville-West but it was Vita and Virginia who fell in love with each other.
Hoe je het ook draait of keert, er viel in de Bloomsbury Group altijd wel wat te bespreken.