Het commentaar van de krant De Morgen gaat vandaag over de deconfiture van PS-voorzitter Elio Di Rupo. Helemaal aan het eind schrijft Bart Eeckhout:
Voor wie er allang van droomt België op neoliberale koers te zetten, moet die machtsverschuiving een onverwacht prettig vooruitzicht zijn. Maar je moet heus geen PS-sympathisant zijn om te beseffen dat die evolutie ook verliezers gaat maken.
Het is jammer dat de politiek commentator tegenover de linkse koers het alternatief van het neoliberalisme plaatst. Het is een beetje een karaktermoord, aangezien wat na ‘neo’ komt vaak per definitie onkies is. Conservatief is al beladen, neoconservatief is gewoon eng. Neoliberalisme is een vage term die misschien nog het best verduidelijkt wordt als ‘vrijemarktfundamentalisme’.
Daarvan is in België met een overheidsbeslag van meer dan 50 procent van het bruto binnenlands product hoegenaamd geen sprake. De overheidsinmenging in ons dagelijks leven is gigantisch groot. Of het nu gaat om voedselveiligheid, de arbeidsmarkt of sociale zekerheid, alles is flink in regels vastgelegd.
Neoliberalisme is eerder een scheldwoord dan een maatschappelijke visie. Enkele jaren geleden bestudeerden Taylor Boas en Jordan Gans-Morse van de universiteit van Berkeley 148 wetenschappelijke bijdrages die tussen 1990 en 2004 gepubliceerd zijn om te achterhalen wat precies bedoeld wordt met de term (paper hier). Deze zin zegt het allemaal:
Neoliberalism has become a conceptual trash heap capable of accommodating multiple distasteful phenomena without much argument as to whether one or the other component really belongs.
In hun boek Neoliberalisme. Een politieke fictie uit 2014 merkten Martin van Hees, Patrick van Schie en Mark van de Velde op dat het neoliberalisme geen onderscheiden en samenhangende politiek-economische visie met een bijbehorend programma is. Want mocht dat wel zo zijn, dan zouden er mensen zijn die er de verdediging van op zich nemen. Bij het lezen van het commentaar vroeg ik mij af hoeveel neoliberalen Bart Eeckhout kent.
Het was correcter geweest, mocht hij in zijn slotparagraaf tegenover het socialistische discours de liberale overtuigingen gezet hebben. Liberalen zijn niet per definitie tegen ogenschijnlijk typisch ‘linkse’ ideeën zoals maatschappelijke herverdeling of een sturende overheid. De mate waarin ze dat willen, en de manier waarop, verschillen natuurlijk. En dat is een veel interessanter debat dan schermen met karikaturen.