Kiezers of kiesvee

Jaja, het gaat snel. Vandaag staat in Trends al de slotaflevering van de reeks De staat van onze staat. Daarbij bekijk ik ons land voor de laatste keer als een bedrijf, ditmaal vanuit het standpunt van de burgers, de aandeelhouders dus. (Zie hier deel 1 en deel 2.)

In de tekst had ik daarover nog de politiek filosoof John Rawls en de socioloog Robert Michels kunnen aanhalen.  Rawls was een reus op het vlak van sociale en economische rechtvaardigheid, en bedacht de beroemde sluier van onwetendheid. Dat stelt de vraag hoe mensen hun maatschappij zouden inrichten, mochten ze onwetend zijn over welke positie ze daarin zullen innemen. Het is immers gemakkelijk om tegen herverdeling te pleiten als je weet dat je rijk bent, iets helemaal anders als je arm bent.

We kunnen op eenzelfde manier nadenken over staatsvormen. Hoe willen we een maatschappij inrichten, zonder dat je weet of je tot de bestuurders of de bestuurden behoort? Dat verklaart waarom we checks and balances hebben. Die moeten voorkomen dat iemand met snode gedachten ongecontroleerd zijn of haar zijn kan doen. Anderzijds mogen er ook niet te veel ingebouwde remmen zijn, of er geraakt niets meer geregeld. Er moet dus een gulden tussenweg zijn.

Onderzoek van de ULB uit 2015 suggereert dat Belgen met een sluier om het hoofd in elk geval niet zouden kiezen voor een representatieve democratie, waarbij ze eens om de zoveel jaar mensen aanduiden om beslissingen voor hen te nemen. Met stip op één staat de directe democratie, waarbij burgers veel meer betrokkenheid en inspraak (bijvoorbeeld via referenda) hebben.

Een goede tweede optie bleek de deliberatieve democratie. In deze overlegdemocratie worden burgers uitgenodigd om actief mee te beraadslagen over de toekomst. Ze schuift de werking van parlementen en partijen niet terzijde, maar wil er eerder een aanvulling op zijn.

Opmerkelijk genoeg bleek er zelfs meer steun te zijn voor een technocratie waarbij het land geleid wordt door niet-verkozen techneuten zonder politieke affiliatie, dan voor een representatieve democratie. Daaruit spreekt een groot wantrouwen in beroepspolitici.

De link met particratieën, waarbij de politieke macht in handen is van georganiseerde politieke structuren, is niet ver te zoeken. De Duits-Italiaanse socioloog Robert Michels noemde dat in 1911 in zijn politologische klassieker ‘Zur Soziologie des Parteiwesens in der modernen Demokratie’ de ‘IJzeren Wet van de Oligarchie’.

Volgens Michels zijn er twee opties voor politieke bewegingen. Ofwel verbrokkelen ze, ofwel evolueren ze naar een strakke organisatie met politieke professionals aan de top. Of anders gezegd: in een democratie zijn politieke partijen op termijn niet democratisch. Ze worden door hiërarchisering, centralisering en bureaucratisering een oligarchie waarvan de leiding in handen is van een kleine, gesloten groep.

De kloof tussen het selecte clubje van hoogopgeleide leiders en de grote groep van volgelingen neemt toe omdat de elite zijn identiteit oplegt aan de groep. Daardoor neemt de betrokkenheid van de basis af. Bij partijen zijn het uiteindelijk nog zelden de leden die de richting bepalen, maar wel het partijbureau, het voetvolk mag nog slechts optreden als bekrachtigend stemvee. Michels spreekt van een ‘onvermijdelijk verziekingsproces dat elke democratie treft’.

Zouden burgers die voor anti-establishmentpartijen kiezen het dus niet gewoon beu zijn om zich kiesvee te voelen?

→ Lees hier het volledige artikel. En hier achterhaalt u hoe de politieke partijen de kwaliteit van onze democratie willen verbeteren.

Deze reeks kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s