Categorie archief: Economie

Camera’s in het parlement

Deze column verscheen eerder bij De Standaard.

Oorspronkelijk ging deze column gaan over de werkzaamheden van de commissie voor alternatieve financiering van overheidsinvesteringen van het Vlaams Parlement. Die commissie stelde vanmorgen haar voorlopige conclusies voor. Dat daarin jammer genoeg de uitstekende suggesties ontbraken die experts de voorbije maanden hadden gedaan om zulke investeringen te stimuleren, daar had ik het over willen hebben.

Laat ik het, in de plaats daarvan, hebben over het werk van de parlementairen zelf. Meer bepaald over het beeld dat ze projecteren. Dat is voor een vluchtige nieuwsconsument niet altijd positief. Denk aan de schertsvertoningen die geregeld te zien zijn in het federaal parlement. Elke keer dat Laurette Onkelinx (PS, op de foto hiernaast) haar archetypische wegwerpgebaar maakt, met veel misbaar of schreeuwend door een microfoon die weer eens niet aan wil schieten, gaat een stukje vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging verloren. Ook het Vlaams Parlement biedt op mindere dagen slecht theater, zij het dan in een veel lelijker decor.

Daar hebben de media, of in elk geval camera’s, mee schuld aan. ‘Camera’s binnenbrengen in een parlement is dodelijk voor de discussie’, verzuchtte Jean-Luc Dehaene jaren geleden. ‘Want dan domineert de perceptie de realiteit.’

Dat heb je ook in commissies die door audiovisuele pers druk worden bijgewoond. Zo herinner ik mij de Dexia-hoorzitting in oktober 2011, toen Luc Coene en Jean-Paul Servais op de rooster zouden worden gelegd. De toenmalige gouverneur van de Nationale Bank en de topman van de FSMA spraken gezamenlijk nog geen uur. Op een paar algemene statements na, konden ze juridisch gezien weinig vertellen, benadrukten ze. Broodnodige details geven kon enkel in een onderzoekscommissie achter gesloten deuren. Toch regende het vijf uur lang vragen waarop zij dus niet mochten antwoorden met journalisten in de coulissen en cameralampen op hun gezicht. Die vragen waren bovendien grotendeels dezelfde, maar niemand belandt in Het journaal met ‘Ik sluit me aan bij de vraag van mijn voorganger.’

Het is al te gemakkelijk om cynisch te doen over parlementair werk, en de mediatisering van het debat. De camera’s verdwijnen niet meer uit het parlement, dat is een verloren zaak. Maar het moet ook geen slechte zaak zijn. Neem de eerder vermelde commissie over de alternatieve financiering van overheidsinvesteringen. Daar zijn in de voorbije weken en maanden interessante, diepgaande discussies gevoerd over het nut en de meerwaarde van publiek-private samenwerkingen. Goed voorbereide parlementsleden stelden puntige vragen aan de specialisten die de revue passeerden. Dat viel allemaal live te volgen – en achteraf te herbekijken – via de website van het Vlaams Parlement.

Het is een welgekomen gedachte dat er in onze parlementen capabele mensen zitten, die hard en degelijk werk leveren op belangrijke thema’s, ook al zijn die niet sexy of mediageniek. Want we rijden over wegen die met ons belastinggeld gefinancierd worden, spoelen water weg door goed onderhouden riolen en spelen zaalvoetbal in de gemeentelijke sporthal. Hou dat in gedachten, als de volgende keer de camera’s inzoomen op een alweer kolerieke Onkelinx.

Advertentie

Het onvermogen van CD&V

Deze column verscheen eerder bij De Standaard.

CD&V koketteert met een vermogensbelasting, maar grijpt naar halfslachtige maatregelen. Als het de partij echt menens is, stelt ze een herziening van het kadastraal inkomen voor.

‘CD&V is al tevreden met een fiscaal symbool’, klonk het afgelopen weekend nogal cynisch in deze krant. Na de desastreuze speculatietaks en fausse queue van de meerwaardebelasting rijst de vraag hoe de partij haar doel van vermogensherverdeling nog kan bereiken. Daarvoor zullen een paar echte taboes moeten sneuvelen.

Zo is het onwezenlijk dat de gegevens die de basis vormen voor de berekening van de onroerende voorheffing dateren van 1975. Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) schermde er in het verleden mee dat een herziening van het kadastraal inkomen (KI) ‘monnikenwerk is waarvoor geen budget of operationele middelen zijn voorzien’. Alsof dat goede argumenten zijn als de opbrengsten de kosten meer dan rechtvaardigen, en elke dag uitstel een sociaal meer rechtvaardige belasting met een dag uitstelt.

Op een volwaardig vermogenskadaster na – een zo mogelijk nog groter politiek taboe – valt er moeilijk een betere maatstaf te bedenken voor iemands vermogen dan de waarde van zijn vastgoed. Dat was toch ooit het achterliggende idee van het KI. Zolang dat fictief huurinkomen de reële huurinkomsten benadert, zijn er weinig problemen. Maar in 42 jaar tijd is er veel veranderd. Sommige plattelandsdorpjes van toen zijn ondertussen heuse villawijken, en ooit hippe winkelstraten nu vergane glorie. De realiteit is veranderd, maar niet het fictief huurinkomen.

Volgens de Leuvense professor grondwettelijk recht Paul Van Orshoven is de scheeftrekking in het fiscaal privilege in sommige wijken ondertussen zelfs zo groot in vergelijking met andere buurten dat het in strijd is met de grondwet…

De reden dat deze regering zich net als zoveel voorgaande niet aan een herziening waagt, is simpel: angst. Politici willen hun kiezers niet bruuskeren. Neem Bart Somers (Open VLD), die zich enkele jaren geleden verzette tegen een herziening van het KI omdat ‘vele gewone Vlaamse huiseigenaars dan meer belastingen zullen betalen’. Er is niets wat verhindert dat gemeentes en provincies hun opcentiemen verlagen en zo voor een deel de bluts tegen de buil stellen.

De schatkist hoeft er ook niet per se wel bij te varen. Als de herziening van het KI een herverdelend aspect moet hebben, kan die budgetneutraal verlopen door de inkomsten van de hogere KI’s te compenseren met de lagere inkomsten van lagere KI’s.

Nog beter is het de reële huurinkomsten te belasten. Vroeger ontbrak daar de informatie voor, maar vandaag moeten die huurcontracten geregistreerd zijn. Voor de eigen woning kan de ‘huur’ geschat worden via bepaalde parameters.

Zo’n vermogensherverdeling kan trouwens een economische stimulus betekenen. Academisch onderzoek suggereert dat lagere vermogens sneller bereid zijn om extra koopkracht te consumeren dan wie al goed in de slappe was zit.

Feit blijft: voor een partij die wil dat hogere vermogens meer bijdragen, is de CD&V opmerkelijk terughoudend voor het deel van dat vermogen dat in een woning zit. Maar o wee als het naar de beurs durft te stromen…

We wonen in een augiasstal

Deze column verscheen eerder bij De Standaard.

Er is een cultuuromslag nodig om onze ruimtelijke ordening te verbeteren. Ook bij politici.

‘Wat jij verrommeling noemt is het huis/thuis van mensen. Er sluipt dedain in het debat en dat is niet goed.’ Dat tweette Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten deze ochtend met het vingertje toen iemand opmerkte dat de kopers van slecht gelegen bouwgronden niet betalen voor de kosten van ontsluiting, mobiliteit en verrommeling.

Het is eerder omgekeerd: er sluipt een debat in de dedain, en dat is goed. Aanleiding is een Vito-studie die stelt dat de helft van de Belgische bouwgronden zeer slecht gelegen zijn (DS 6 januari). Zo’n 36.000 hectare grond voor wonen of werken is alleen met de auto te bereiken.

Renaat Braem draait zich om in zijn graf. ‘Geen land is door de menselijke bezetting zo erg mishandeld als het onze, op dit ogenblik het lelijkste land ter wereld’, schreef de architect en urbanist in 1968. Hij noemde de Belgische ruimtelijke ordening ‘een job waarvoor zelfs Hercules zou terugdeinzen, een augiasstal van 30.000 vierkante kilometer’.

Daar heeft het naoorlogse woningbeleid schuld aan. De toenmalige CVP vreesde bijvoorbeeld dat verstedelijking tot ongeloof zou leiden – het waren andere tijden. De partij wilde niet weten van collectieve woonvormen, want dat was voor socialisten. Dankzij de premie-De Taeye uit 1948 konden jonge gezinnen overal in Vlaanderen bouwen, wat gezorgd heeft voor de ruimtelijke wanorde die we vandaag kennen.

Wat is die dedain dan? Wel, de voordelen van ons systeem zijn geïndividualiseerd (denk aan de mensen die in doorgaans goede woningen op ruime kavels wonen), maar de prijs is gecollectiviseerd. Het is moeilijk om in zo’n versnipperd ruimtelijk landschap riolen te voorzien, en elektriciteit en water naar die huizen te brengen. Als straks de vergrijzing volop toeslaat, zal dat aan een ernstige prijs komen, en dan vooral in die plaatsen die in de jaren 60 en 70 verkaveld zijn. Die oudere mensen wonen met andere woorden in plekken die voorzieningsarm zijn.

En daar zouden we dus verder aan bijdragen? Mooi niet, mag ik hopen.

Het idee dat het ideale huis maar één bouwovertreding verwijderd meer is, decennialang een geloofsovertuiging van elke Belg met een baksteen, is weggedeemsterd. Tegelijk groeit ook het besef dat de ene bouwgrond de andere niet is. ‘Ik denk dat kopers zelf wel kunnen bepalen of ze een bouwgrond slecht gelegen vinden’, aldus Rutten. Het punt is net dat ook de ruimere maatschappij daar inspraak in zou moeten hebben.

Misschien moet Rutten dat boekje van Braems maar eens ter hand nemen. Daarin staat een mooie liberale gedachte: ‘De mens, noodzakelijk gemaakt door de ontwikkeling van techniek en wetenschap, is een nieuwe mens, die uit een schil van dodende denkpatronen moet ontbolsterd worden wil hij er niet in stikken.’

Misprijzen

Dit opiniestuk verscheen eerder bij De Tijd.

Politici verdedigen de rechtstaat, tenzij het hen kiezers kan kosten. In het Arco-dossier zet de regering het belang van een deel van haar kiezers boven dat van haar volk.

‘Er zijn dagen waarop men spaarzaam moet zijn met zijn misprijzen omdat er zoveel zijn die er nood aan hebben’, verklaarde de Franse denker François-René de Chateaubriand ooit. Wel, woensdag was zo’n dag, toen het Europees Hof van Justitie de gecontesteerde Arco-regeling naar de prullenmand verwees. Een overwinning voor de rechtstaat, aangezien het Hof finaal bevestigde dat alle beleggende Belgen gelijk zijn voor de wet.

Toch verklaarden politici van verschillende partijen – zowel uit de regeringscoalitie als uit de oppositie – meteen dat er een ‘creatieve oplossing’ moest komen om de Arco-beleggers (die dus voor alle duidelijkheid géén spaarders zijn) hun centen terug te geven. De christendemocratische vice-premier Kris Peeters, primus inter pares van de Arco-cheerleaders, verklaarde dat de belastingbetaler daarbij zo weinig mogelijk direct geviseerd mag worden. Dat is – excusez les mots – tjeverig gekonkelfoes. De essentie zit er niet in dat de belastingbetaler volgens Peeters zoveel mogelijk moet gespaard worden, maar wel dat hij zo min mogelijk mag merken hoe zijn belastingen weggesluisd worden naar een specifiek kiespubliek.

Want vergis u niet: dit is politiek clëntelisme pur sang. Het illustreert hoe de rechtstaat voor sommige partijen belangrijk is in het ene dossier, maar niet in het andere. Als deze regering oprecht de belastingbetaler niet wil viseren, dat ze dan zweert bij de fundamenten van de rechtsstaat dat gedupeerden verhaal moeten halen op de partijen die hen schade hebben bezorgd. Waarom zou ik als belastingbetaler schuld hebben aan het dramatisch financieel beheer van Arco, of de verkooppraktijken van de christelijke arbeidersbeweging? Als de belegger daar zijn verschuldigd bedrag niet volledig kan recupereren, moet hij de rest van zijn verlies slikken. Zoals alle beleggers.

Tot slot is het ook opmerkelijk hoe weinig aandacht er gaat naar het intergenetarioneel aspect van een mogelijke terugbetaling. Als de regering 200 miljoen euro belastinggeld kan laten wegvloeien naar Arco-gedupeerden, moet ze daar ook het geld voor vinden. Dat komt neer op het verder opbouwen van de staatsschuld. En die laatste is niets anders dan uitgestelde belastingen, die dus in steeds grotere mate worden doorgeschoven naar jongere generaties. Als die al bij Arco zaten, en dat zullen er sowieo niet veel geweest zijn, gaat het om heel beperkte bedragen. Toch zullen zij in dat geval allemaal mogen mee betalen voor deze koldervertoning.

Het hele Arco-dossier getuigt van het politieke onvermogen om een rechtvaardige, maar onpopulaire beslissing uit te leggen en te verdedigen. Wie achter zijn kiezer aanloopt, kan hem nooit in het gezicht kijken. Dat verdient ons misprijzen.

Het jaar dat achteruit vloog, deel II

Ziehier het tweede (en laatste) deel van mijn jaaroverzicht. Hier vindt u het eerste deel. Enjoy!

Tweet met het hoogste gniffelgehalte

Beste begin van een artikel 

Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)

Beste alinea 

Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)

Meest dramatische krantentitel

A Toddler, a Loose Gun in a Car, and a Mother Dies
(The New York Times)

Meest deprimerende krantenartikel

Deprimerend.png
(The New York Times)

Beste Nederlandstalig portret

Beste internationaal portret (met animatie)

Beste woordspeling

PostNL mag niet veranderen van Kamp
(De Tijd, Lukas Vanacker)

Grappigste krantentitel

Persoonlijkheid van schaap valt tegen
(NRC, Frans van der Helm)

Eervolle vermeldingen:

  • Man who claimed gay donkey tried to rape his horse runs for Ukip leadership, The Independent.
  • Bike Thief Lassoed by Bystander on Horseback in Oregon Walmart Parking Lot, New York Magazine.
  • A Lesson for India in a Fog So Thick It Could Kill a Cow, The New York Times.

Fait divers der faits divers

Fietser valt met frieten
(Het Laatste Nieuws)

Grootste ‘Euh?’-artikel

De mannen die als hond leven: “Als iemand in de buurt van mijn baasje komt, grom ik als een bulldog”, Het Laatste Nieuws

(Topquote: “Het hond-zijn is slechts een deel van mijn identiteit. Ik ben ook vegetariër en ik speel ook piano. Ik heb een papegaai.”)

 Beste bronvermelding van het jaar

Meeste bizarre statistiek

Opmerkelijkste verklaring van het jaar

Mooiste zin

‘Sometimes progress mows men down.’, The New Yorker.

Mooiste podcast-aflevering

‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.

Feel good

Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.

Opmerkelijkste onderzoek (dat ik dit jaar tegenkwam), deel II

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel II:

Internationale politiek in één beeld

vaarwel

Het slechtste van de internationale politiek, in één cartoon

schermafbeelding-2016-12-16-om-21-22-57
(The New Yorker)

Brexit in twee tweets

Amerikaanse verkiezingen, in één cartoon

Schermafbeelding 2016-12-16 om 21.22.17.png
(The New Yorker)

Donald Trump – beste verklaring waarom hij won

For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)

Beste zin van Trump

The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience.
(CNN) 

Beste zin over Trump

A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)

Mooiste ironie

Het beste van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker

Mooiste voorbeeld van Europese geldverspilling.

Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.

Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg

“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”

— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.

Bizarste geldverspilling in Europa

‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.

Beste eerste zin 

Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)

Beste alinea 

Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)

Meest deprimerende krantenartikel

Deprimerend.png
The New York Times.

Beste Nederlandstalig portret

Beste internationale portret (met animatie)

Quote met het hoogste zuchtgehalte

Schermafbeelding 2016-12-16 om 21.20.09.png
(De Standaard)

Tweet met het hoogste zuchtgehalte

Gniffeltweet

Meest dramatische krantentitel

A Toddler, a Loose Gun in a Car, and a Mother Dies
(The New York Times)

Beste woordspeling

PostNL mag niet veranderen van Kamp
(De Tijd)

Grappigste krantentitel

  • Persoonlijkheid van schaap valt tegen, NRC.

Eervolle vermeldingen:

  • Man who claimed gay donkey tried to rape his horse runs for Ukip leadership, The Independent.
  • Bike Thief Lassoed by Bystander on Horseback in Oregon Walmart Parking Lot, New York Magazine.
  • A Lesson for India in a Fog So Thick It Could Kill a Cow, The New York Times.

Grappigste videoreportage van 2016

“Hoezo, ik mag geen garagepoort bouwen?”, Het Nieuwsblad.

Fait divers der faits divers

Fietser valt met frieten, Het Laatste Nieuws

Grootste ‘Euh?’-artikel

De mannen die als hond leven: “Als iemand in de buurt van mijn baasje komt, grom ik als een bulldog”, Het Laatste Nieuws

(Topquote: “Het hond-zijn is slechts een deel van mijn identiteit. Ik ben ook vegetariër en ik speel ook piano. Ik heb een papegaai.”)

 Beste bronvermelding van het jaar

Meeste bizarre weetje

Opmerkelijkste verklaring van het jaar

Mooiste zin

‘Sometimes progress mows men down.’, The New Yorker.

Mooiste podcast-aflevering

‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.

Beste korte videoreportage

‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.

Feel good

Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:

Het jaar dat achteruit vloog, deel I

Het jaareinde nadert, en daar komen de lijstjes weer. Het is iets waar ik nog niet eerder aan meegedaan heb, maar waarom niet? In dit tweedelig overzicht (hier deel II) verschijnen de artikels, quotes en weetjes die mij dit jaar het meest geïnteresseerd, verontrust en bijgeleerd hebben. Deze lijst is bijlange na niet volledig, er is nu eenmaal niet genoeg tijd in een dag om alles te lezen, en bovendien hield ik niet alles bij dat ik geweldig goed vond. Misschien een werkpuntje voor volgend jaar. Voilà, zowaar een eerste voornemen!

De titel van dit jaaroverzicht komt van mijn broer die mijn neef citeerde. De link is snel gelegd. Het leek in 2016 af en toe alsof de wereld een stuk dwazer geworden is, alsof we collectief een stap achteruit hebben gezet. We huldigden meer populistische roeptoeters dan in 2015 bijvoorbeeld, en stelden ons minder menselijk op tegenover vluchtelingen.

Toch moeten we moed houden, en voor ons een betere toekomst zien. Denk daarbij aan de mooie woorden van de Amerikaanse journalist E.B. White, zoals hij die in 1973 neerschreef in een brief aan een lezer die zich zorgen maakte over een duistere toekomst voor de mens:

Zolang er één rechtvaardige man is, zolang er één meelevende vrouw is, kan dat besmettelijk zijn, en is niets verloren. In slechte tijden, is het hoop die ons rest. Ik zal zondag opstaan en de klok opwinden, als een bijdrage aan orde en standvastigheid.

[…] Het is vrij duidelijk dat het menselijk ras er een boeltje van heeft gemaakt op deze planeet. Maar als een volk dragen we waarschijnlijk zaadjes van goedheid met ons mee die al een lange tijd wachten om in de juiste omstandigheden te kunnen ontkiemen. De nieuwsgierigheid van de mens, zijn vernuft en zijn vindingrijkheid hebben hem in grote problemen gebracht. We kunnen enkel hopen dat diezelfde eigenschappen hem in staat stellen om die te overwinnen.

Zet je schrap. Houd moed. En wind de klok op, want morgen is er weer een dag.

Brexit in twee tweets

schermafbeelding-2016-12-16-om-21-53-28

Donald Trump – beste verklaring waarom hij won

For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)

Beste zin van Trump

The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience.
(CNN) 

Beste zin over Trump

A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)

Mooiste ironie

Het beste van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker

Mooiste voorbeeld van Europese geldverspilling.

Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.

Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg

“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”

— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.

Bizarste geldverspilling in Europa

‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.

Opmerkelijkste onderzoek (dat ik dit jaar tegenkwam), deel I

  • Stoppen met roken verhoogt de body mass index met zo’n 1,6 punten. In gewicht uitgedrukt is dat ruwweg 5 kilo. NBER
  • Nieuwe studie suggereert dat 57% van bevolking een seksuele afwijking heeft. Vorsers vragen evaluatie van ‘afwijkend’. Sexual Medicine
  • ‘Females are more efficient in shopping per item, while males spend less time on getting in and out of the store.’ Australasian Marketing Journal
  • ‘Straight women’s physical attractiveness is linked to their desire for gay male friendships.’ Personality and Individual Differences

Beste korte videoreportage

‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:

Groene bananen, dodo’s en de toren van Basel

foto_marktmeestersHet is alweer een tijdje geleden dat ik hier nog eens iets gepost heb, zo realiseerde ik mij dit weekend. De voorbije maanden heb ik nochtans niet stilgezeten. Een van de leukere dingen in die periode was het schrijven van de tweewekelijkse column Marktmeesters in de weekendeditie van Het Financieele Dagblad. Dat genoegen viel me te beurt omdat een vaste columnist even buiten strijd was.

Ik schreef in totaal zeven columns over spelers op de financiële markten. Die kan u hier lezen, met alvast een kleine passage.

Goud, maar alleen voor wie alle vertrouwen kwijt is
Timing blijft cruciaal, benadrukt William De Vijlder, hoofdeconoom van BNP Paribas. ‘Als je het gemiddelde brutodividendrendement van 3,5% van een brede Europese aandelenindex tien jaar lang laat liggen omdat je geld in dividendloos edelmetaal zit, moet die index al ongeveer 30% zakken om nog van een goede beslissing te kunnen spreken.

In een andere wereld overtreft de ECB zichzelf
De wijze woorden van Milton Friedman lijken helemaal vergeten. ‘We lopen het gevaar het monetair beleid een belangrijkere rol toe te dichten dan het werkelijk heeft, en er meer van te verwachten dan het kan bereiken’, verklaarde de vader van het monetarisme.
Beleggers trappen in dezelfde val, zo illustreert hun gedrag bij elke nieuwe stimulus door de ECB. Vandaag zijn ze laaiend enthousiast, morgen vinden ze het nog net genoeg, en overmorgen eisen ze meer. Maar de economie, die volgt niet. Het is niet omdat de centrale bank de buikriem telkens een gaatje groter legt, dat de pens meegroeit.

Toren van Basel
Heldere en uniform toegepaste Basel III-regels over kapitaal- en liquiditeitsnormen zouden het absolute minimum moeten zijn. Misschien kan er daarom eens een verdieping aan regels van Basel af, in plaats van telkens één erbij. Bijvoorbeeld: het balanstotaal van banken mag maximaal 20 keer het eigen vermogen bedragen. Dan hebben ze een kapitaalbuffer van minstens 5%, en is er ook geen discriminatie meer in de behandeling van schuldpapier van overheden en bedrijven met een gelijkaardige kredietwaardigheid.

Main Street kent noch gelooft de Fed
‘Monetair beleid is het effectiefst als het grote publiek begrijpt wat de Fed probeert te doen, en hoe’, verklaarde Janet Yellen nochtans in 2013, kort voor ze Ben Bernanke opvolgde aan het hoofd van de Amerikaanse centrale bank. Juist daarin schiet de Fed schromelijk tekort, stelt Carola Binder van Haverford College vast. Inflatieverwachtingen verankeren blijkt stukken beter te lukken op Wall Street dan op Main Street.

Japan, waar centrale bankiers groene bananen lusten
Met haar belofte deze week om de langetermijnrente op nul vast te spijkeren, duwt de Japanse centrale bank beleggers nog meer uit overheidspapier in de richting van aandelen. Dat is zeker niet in het belang van alle Japanners, merkte een strateeg deze week op. ‘Ze vertellen 88-jarigen dat aandelen een goede belegging zijn voor de lange termijn. Welke lange termijn? Veel mensen kopen op die leeftijd zelfs geen groene bananen meer.’

Dodo’s en een stoomwals op de obligatiemarkt
In ‘Alice’s Adventures in Wonderland’ van Lewis Carroll worden een aantal personages op een bepaald ogenblik nat. Om droog te worden, beslist de dodo om een wedstrijd uit te schrijven. Iedereen moet rond het meer lopen tot ze droog zijn. Als ze de dodo vragen wie gewonnen heeft, denkt hij lang na en besluit: ‘Iedereen heeft gewonnen, en iedereen krijgt een prijs’.
Obligatiebeleggers lijken vandaag op de dodo, ook zij delen aan iedereen geld uit. ‘Ze pikken muntjes op voor een aanrollende stoomwals’, merkte een collega met een diepe zucht op.

Banken gaan plankgas door oranje
Toen de legendarische Amerikaanse bankovervaller Willie Sutton werd gearresteerd, vroeg iemand hem waarom hij zo veel banken had overvallen. ‘Omdat daar het geld zit.’ Vandaag lijken de misdrijven vooral aan de andere kant van het loket te vinden. Neem Deutsche Bank, door Amerikanen wel eens als ‘Douche Bank’ uitgesproken.

‘Zij vinden de neus een edeler orgaan dan de hersenen’

Op een dag, misschien, ooit, wie weet, wil ik een boek schrijven dat lessen trekt uit het wedervaren van de belangrijkste centrale banken doorheen de tijd. Dat gaat van de eeuweling die de Bank of England is (321 jaar om precies te zijn), over de Japanse Nippon Ginko (°1882) en de Amerikaanse Federal Reserve (°1913) tot de puber in de eurozone (ECB, °1998).

Ik begrijp dat dit onderwerp op het eerste gezicht wenkbrauwen kan doen fronsen, maar geloof me vrij: het is een wonderlijke wereld met zoveel fascinerende persoonlijkheden. De voorbije jaren heb ik een indrukwekkend aantal boeken en studies verzameld over het onderwerp, nu alleen nog de tijd vinden om ze allemaal te lezen, en dan op onderzoek te trekken naar wat het allemaal voor u en mij betekent. Het zou dan de bedoeling zijn om economische inzichten te combineren met weetjes, anekdotes, portretten,…

Enfin, wie weet dus, op een dag dus, misschien, ooit.

In een van die documenten die ik onlangs las, kwam ik een passage tegen die me meteen aan de Brexit-discussie deed denken. Vandaar dat ik er hier even op inga.

Volgens de titaan John Maynard Keynes moest een econoom een ‘wiskundige, historicus, staatsman en filosoof zijn’. Jammer genoeg zag Franklin Delano Roosevelt hem in 1934 enkel als ‘een wiskundige’. ‘Hij is vast geen politiek econoom’, verzuchtte de Amerikaanse president na een bezoek van de Brit aan het Witte Huis. ‘Hij heeft hier een hele cijferbrij achtergelaten.’

Ook Keynes zelf stapte ontgoocheld buiten. ‘Ik was er van uitgegaan dat de president meer geletterd zou zijn op economisch vlak’, verklaarde hij.

Dat was overigens een misvatting die Rexford Tugwell, een professor economie aan Columbia, al lang niet meer koesterde. Hij was een van de belangrijkste leden van de ‘Brains Trust’, een adviesgroep die de president-elect bijstond bij het uitwerken van een beleidsvisie. Tugwell zou later optekenen dat met Roosevelt over economie praten gelijk stond aan het bijbrengen van de basisideeën ervan aan eerstejaarsstudenten aan de universiteit.

Enkele maanden voor zijn bezoek aan het Witte Huis had Keynes een open brief gepubliceerd in The New York Times waarin hij de nieuwbakken president opriep om de Grote Depressie te lijf te gaan met extra overheidsuitgaven.

Daarin staat dus een passage, die met een paar tweaks (eigen vertaling) verrassend actueel aandoet. Het helpt als u in de plaats van Roosevelt aan Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker denkt (over wie trouwens eerder deze week dit vernietigend portret verscheen):

Op dit moment zijn uw sympathisanten EU-adepten in Engeland nerveus en soms moedeloos. We vragen ons af of er wel een goed begrip is van de juiste volgorde van de verschillende urgenties, of het vizier wel goed gericht staat, en of het advies dat u krijgt niet krankzinnig en bizar is. Als we van onze melk zijn wanneer we u verdedigen, dan is dat deels te wijten aan de invloed van onze omgeving in Londen. Ziet u, bijna iedereen hier heeft een enorm vertekend beeld van wat er in de VS EU gebeurt. De gemiddelde City-man denkt dat u onbezonnen waardevol advies negeert, en dat de beste hoop ligt in het ontslaan van uw huidige adviseurs en terug te keren naar de oude manier van doen, of dat de VS EU anders op weg zijn naar een afschuwelijke implosie. Dat is wat ze zeggen dat ze ruiken. Er is een heropleving van wijze hoofdschudders die geloven dat de neus een edeler orgaan is dan de hersenen. Londen is er van overtuigd dat we alleen maar moeten achteroverleunen en wachten, om te zien wat we zullen zien.

Beste Kamervoorzitter: nodig Mario Draghi uit!

Het is een queeste die ik al jaren voer: Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), naar het Belgisch federaal parlement krijgen. Jammer genoeg is dat tot op vandaag niets meer dan een sisyfusgang gebleken.

In mijn boek staat de voorgeschiedenis uitgelegd:

In oktober 2012 komt Mario Draghi op uitnodiging van de Bondsdag het omstreden inkoopprogramma voor staatspapier van de ECB verdedigen. ‘Vandaag ben ik hier om ons beleid toe te lichten’, zegt hij in het hol van de leeuw. ‘Ik ben hier ook om te luisteren. Ik wil uw mening horen over de ECB, over de economie in de eurozone en over de langetermijnvisie voor Europa.’ De parlementsleden grijpen die kans met beide handen. Achter gesloten deuren voelen ze Draghi stevig aan de tand, en geven hem hun bezorgdheden mee.

Mooi voor de Duitsers, maar wat met de Belgen en Nederlanders? Ook zij hebben de kans om Draghi uit te horen. De Italiaan heeft immers laten verstaan dat hij zal gaan waar hij uitgenodigd wordt. Dolenthousiast om Draghi in het eigen parlement te zien, bel ik Kamervoorzitter André Flahaut (PS) met de vraag of hij de ECB-voorzitter al geïnviteerd heeft in onze democratische tempel. Het blijkt onmogelijk om de man te spreken. Of mijn vraag ook op mail kan, vraagt zijn medewerkster. Natuurlijk, geen probleem. Drie weken en een aantal reminders later wacht ik nog altijd op een antwoord. Dus toch nog maar eens bellen. Alweer de medewerkster. ‘U weer’, klinkt het geërgerd. ‘Ik vraag het meneer Flahaut zo dadelijk nog eens en bel u dan terug.’

Een uur later krijg ik warempel antwoord. ‘Nee, er zijn geen plannen om Mario Draghi uit te nodigen. Daar hebt u uw antwoord. Dag.’ Ontgoocheld pols ik bij een aantal parlementsleden of zij geen verzoek kunnen indienen bij Flahaut, maar de desinteresse is stuitend. Net als de andere Belgen zitten de parlementsleden door de aanslepende onderhandelingen al meer dan vierhonderd dagen zonder regering. Maar zelfs met al dat vingergedraai blij Europa blijkbaar ook voor hen een ver-van-mijn-bedshow.

Het was absoluut een gemiste kans voor onze heren- en dames-volksvertegenwoordiger om de niet-democratisch verkozen monetaire tsaar aan de tand te voelen.

Gelukkig krijgen ze een herkansing om uitleg te vragen over Draghi’s beleid dat er voor zorgt dat vandaag ruim 250 miljard euro op de Belgische spaarboekjes aan koopkracht staat te verliezen. In een interview met het Duitse boulevardblad Bild gisteren verklaarde de Italiaan immers het volgende…

Schermafbeelding 2016-04-27 om 18.28.15

Als Draghi dus binnenkort weer naar de Bundestag trekt, kan hij evengoed doorsteken naar België. Vandaar deze warme oproep aan Siegfried Bracke (N-VA). Meneer de Kamervoorzitter: nodig die man terstond uit! En als hij komt, smokkel mij dan binnen.

Helikoptergeld

Er zijn minstens twee woorden die ik consequent verkeerd schrijf, of beter gezegd, één op de twee keer verkeerd schrijf omdat ik hun correcte schrijfwijze echt niet kan onthouden. Dat zijn helickopter en lockatie.

Dus vloek ik ook elke keer bij het horen van de term ‘helikoptergeld’. Die uitdrukking verwijst naar een uitspraak van Milton Friedman, de vader van het monetarisme, die zei dat inflatie kan gecreëerd worden door geld uit een helikopter te gooien. Mensen zullen het oppikken en uitgeven, en zo de economie stimuleren, wat leidt tot hogere prijzen.

Om de zoveel tijd komt de vraag naar helikoptergeld aanvliegen. In Japan bijvoorbeeld, dat al twee decennia kampt met deflatie, of in elk geval het ontbreken van inflatie. Nu krijgt het veel media-aandacht als mogelijke ‘oplossing’ voor het probleem van de Europese Centrale Bank (ECB) dat de inflatie in de eurozone ver onder haar doelstelling blijft van ‘minder dan, maar dicht bij 2 procent’.

Door cheques uit te delen met vers geprint geld zou de ECB inflatie kunnen creëren, zo luidt de redenering. Dat is een slecht idee, niet alleen omdat het in de praktijk quasi onhaalbaar is, maar vooral omdat het ongewenst is. Hieronder enkele terechte en vermeende bezwaren.

Het mag niet

‘Het is geen monetair, maar budgettair beleid’, verklaarde Klaas Knot, de voorzitter van De Nederlandsche Bank en één van de 25 ECB-bestuurders.
Maar is dat wel zo? Hoewel het in de praktijk absoluut budgettair beleid is, kan het achterliggende idee verkocht worden als monetair beleid. Door burgers rechtstreeks geld in de zakken te stoppen, kan de ECB proberen om de economische groei snel aan te wakkeren, en daarmee hopelijk ook de inflatie.
Principiële bezwaren zijn ook maar wat ze zijn. Zowel kwantitatieve versoepeling (het opkopen van schuldpapier om geld in het financieel systeem te pompen) als het opkopen van staatsobligaties kon absoluut niet, tot het wel kon.

Het mag niet (2)

Het uitdelen van geld aan burgers door de ECB zou volgens menig tegenstander monetaire financiering zijn, maar dat klopt niet. Artikel 123 paragraaf 1 van het Europees Verdrag verbiedt de ECB enkel het rechtstreeks opkopen van schuldpapier van overheden. Als Frankfurt beargumenteert dat zijn helikoptergeld noodzakelijk is om zijn inflatiedoelstelling te halen, valt daar juridisch weinig tegen in te brengen. Zolang de ECB dus maar rechtstreekse financiering van overheden vermijdt.

Het is niet uitvoerbaar

Hoe kan die ECB-cheque dan bij de burgers belanden? Het lijkt mij onmogelijk om een bedrag op de bankrekening van alle inwoners van de eurozone bij te schrijven zonder dat daar een bureaucratie bij komt kijken die uitmaakt wie er recht op heeft.
Een voor de hand liggend vehikel is het aangifteformulier, waarop het bankrekeningnummer van de belastingplichtige vermeld staat. Merk wel op dat je dan enkel de burgers hebt, niet de inwoners (wat bijvoorbeeld met het miljoen vluchtelingen in Duitsland?). De ECB-cheque zou dan wel uit een van de overheid afgeschermde geldpot moeten komen (die laatste stelt enkel haar ‘infrastructuur’ ter beschikking) om het verwijt van monetaire financiering te vermijden.

Het heeft geen nut

Het kan lang duren vooraleer het geld effectief op de rekeningen van de begunstigden belandt, waardoor het nut van de hele operatie in gevaar komt. En zelfs al staat het er morgen op, dan nog is er geen garantie dat de burger er iets mee doet. In België staat er meer dan 260 miljard euro op spaarrekeningen aan koopkracht in te leveren door de negatieve reële rente. Het is dus niet alsof consumenten geen geld hebben om te consumeren. Zal een extra geut hun echt van gedachten doen veranderen (‘jochei, 250 euro, daar ga ik vandaag nog iets mee kopen’)?

Het mag niet (3)

Er gaan stemmen op dat de overheden beter dat geld zouden krijgen via een eeuwigdurende staatsobligatie met een nulrente, omdat zij het snel kunnen investeren.
Eerst en vooral geloof ik daar niets van. De wielen van de overheid malen traag, denk maar aan de onvermijdelijke aanbestedingsprocedures en allerhande vergunningsvereisten voor infrastructuurwerken. Maar belangrijker nog, het kan naar mijn inschatting gewoon niet. Een schuld, zo leert het woordenboek, is ‘geld dat iemand nog moet betalen’. Aangezien er bij een eeuwigdurende staatsobligatie met een nulrente geen schuld wordt opgebouwd, kan er ook geen sprake zijn van een lening. Het is dan een gift pur sang.
Wat dan met het argument, ‘ja maar, het mag wel want de ECB heeft die schuldtitels gekocht via de secundaire markt’. Het verbod op monetaire financiering spreekt immers enkel van primaire uitgiftes, dus staatspapier dat meteen van overheden gekocht wordt. Via de secundaire markt, zijn het eerst institutionele spelers die de effecten opkopen, waarna de ECB die van hen overneemt.
In dat geval verwijs ik graag naar deze Verordening uit 1993, die stipuleert dat “aankopen op de secundaire markt niet gebruikt mogen worden om het artikel dat monetaire financiering verbiedt te omzeilen”. Het is duidelijk dat dit een absolute omzeiling zou betekenen.

Het is gevaarlijk

Voor mij is het belangrijkste argument om het niet te doen, dat het voor een enorm gevaarlijk precedent zorgt. Het valt in die zin te vergelijken met een devaluatie. Het is een politiek gemakkelijke, maar kortstondige oplossing die op termijn vaak voor meer miserie zorgt dan wanneer er pijnlijke hervormingen waren geweest. Denk maar aan landen als Italië die decennialang devalueerden… Lichtende paden… hum.
Over wat er volgens mij dan wel moet gebeuren, verwijs ik graag naar dit opiniestuk.