Categorie archief: Europa

Sommige dingen kan je met een geweer, andere niet

Vandaag herdenken we zoals elk jaar op dit tijdstip de landing in Normandië in 1944. Ik kwam onlangs een mooi eerbetoon tegen van Hal Boyle (1911-1974), oorlogscorrespondent van Associated Press, dat ik hier graag overneem:

OMAHA BEACH, Normandy (AP) – It is D-Day plus five years, soldier, on this sandy coast where the world hinged on what you did.
Because you did well here your world at home is as good as it is and if it isn’t any better, why they’ll have to blame someone else. There are some things you can do with a gun and there are other things you can’t.
What’s it like here now, soldier, five years after you landed and put the first torch to Adolf Hitler’s Western Wall?
Well, the best answer might come from Pvt. Anthony R. Calif, or his neighbor, Pfc. Marvin C. Garness, or his neighbor, Lt. George W. Phillips, who has become a buddy of Staff Sgt. Miles S. Lewis.
They have all settled here together, and they are all quiet men.
But they wouldn’t be interested so much in telling you what it’s like now.
They’d rather ask you: ‘What’s it like now at home? And my folks – are they well and happy?’
For they came here to stay, silent citizens of a silent American city on foreign soil. They rest with 9,523 other soldiers in the U.S. military cemetery atop a high green hill overlooking Omaha Beach.

Advertentie

Kohl: de man die een Duits huis bouwde onder een Europees dak

Helmut Kohl (1930-2017) is niet meer. De voormalige bondskanselier van Duitsland is in het hiernamaals herenigd met zijn Franse vriend François Mitterrand, die al in 1996 het tijdelijke voor het eeuwige inwisselde.

Beide heren stonden symbool voor een Europa dat zich bewust was van zijn verleden, en in de toekomst beter wou doen (lees ook Ons Europa is niet dat van hen). Het mooiste symbool daarvan dateert van 22 september 1984, en is genomen in Douaumont nabij Verdun, in het noordoosten van Frankrijk.

Bondskanselier Kohl en president Mitterrand herdachten er hand in hand de slachting die daar tijdens de Eerste Wereldoorlog had plaatsgevonden. In 1916 gingen in de streek van Verdun op driehonderd dagen meer dan 700.000 Franse en Duitse levens verloren ter meerdere eer en glorie van een paar zinloze vierkante kilometer.

Op het moment van de foto is de christendemocraat Kohl bijna twee jaar aan de macht in Duitsland, de socialist Mitterrand zit in zijn derde ambtsjaar. Mitterrand had zijn hand uitgestoken naar Kohl, en de mannen stonden met dat gebaar van verzoening en troost op de tonen van de Marseillaise een minuut lang symbool voor een Europa dat te verenigen viel.

Kohl had ook een persoonlijk band met Verdun. Zijn vader, Hans, had in de Eerste Wereldoorlog als luitenant in de streek gevochten. Dertig jaar later werd hij terug opgeroepen om als kapitein te dienen in de Wehrmacht voor een regering en oorlog die hij niet steunde. Hijzelf overleefde de strijd, maar zijn oudste zoon Walter niet. De tienersoldaat sneuvelde in 1944 toen een laagvliegende geallieerde bommenwerper neergeschoten werd, en een elektriciteitsmast raakte die de jongeman velde.

Kohl zag zelf ook lugubere taferelen als lid van de blusbrigade van Ludwigshafen waar hij zwaar verbrande lijken moest helpen bergen. Aan het eind van de oorlog werd hij ook nog gevorderd door het leger om te helpen bij het luchtafweergeschut. ‘Ik wil je iets vertellen’, zei Kohl in 1982 aan Mitterrand bij zijn eerste bezoek aan Frankrijk als kanselier. ‘Mijn grootvader had een zoon die sneuvelde in de oorlog van ’14… Mijn vader noemde zijn oudste zoon naar hem. Die zoon sneuvelde op zijn beurt in de oorlog van ’45. Mijn eigen zoon heeft dezelfde naam als mijn dode broer…’ De boodschap was duidelijk: deze Walter moest vredevol kunnen leven.

Aan het einde van die druilerige dag in Douaumont, in 1984, stuurden Mitterrand en Kohl een gezamenlijke verklaring uit:

‘Duitsland en Frankrijk hebben hun les geleerd. Europa is ons gemeenschappelijk vaderland. We zijn de erfgenamen van een grote Europese traditie. Daarom hebben we veertig jaar geleden een punt gezet achter de broederstrijd en zijn we begonnen met samen aan een toekomst te bouwen. We hebben ons verzoend, hebben elkaar begrepen, zijn broeders geworden. Ons gemeenschappelijk doel is de eenmaking van Europa – daar werken we aan – in de geest van broederschap.’

Ondanks hun goede verstandhouding, hadden Kohl en Mitterrand ook hun moeilijke momenten. Kort na de val van de Berlijnse Muur eind 1989 nam Kohl de rest van Europa in snelheid met een tienpuntenplan voor de Duitse hereniging. Hij nodigde Mitterrand uit om samen als symbolisch gebaar aan de Brandenburgse Poort de grens tussen Oost- en West-Berlijn over te steken. De Fransman paste voor de uitnodiging, officieel omdat hij zich daar niet op zijn plaats zou voelen, maar officieus omdat hij vreesde dat Kohl legitimiteit zocht voor zijn plannen om Duitsland te lijmen voordat de Europese integratie een feit was.

Kohl liet het niet aan zijn hart komen. Voor hem dicteerden de omstandigheden de aanpak, niet omgekeerd. ‘Als je weet dat een rivier na onweersbuien buiten haar oevers kan treden, gebiedt het gezonde verstand ons om van dikke boomstammen dijken te bouwen, obstakels uit de rivierbedding te verwijderen en zijn woeste kracht een richting te geven’, schreef hij aan Sovjetleider Mikhail Gorbatsjov. ‘Maar één ding kan je hier niet mee bereiken: de hoeveelheid water verminderen en zo de snelheid vertragen. De dijken zullen zeker breken.’

De bondskanselier benadrukte tijdens dat proces dat hij een overtuigde Europeaan was. ‘Er is een Europese Unie nodig om een potentieel gevaarlijk Duitsland in Europa onder controle te houden’, verklaarde hij meermaals. ‘Het Duitse huis, ons huis, moet onder een Europees dak worden gebouwd.’

Kohl merkte later tegen de Nederlandse premier Wim Kok op dat er na hem nooit meer een bondskanselier bereid zou zijn geweest om de mark op te geven voor de euro. Meer zelfs, Kohl erkende dat hij de Duitsers tegen hun wil in de euro had geloodst. ‘Ik had een referendum over de invoering van de euro zeker verloren. In dit geval was ik een dictator.’ Dat hij er toch mee weg kon, dankte hij aan het grote vertrouwen dat het volk in hem had. ‘Mijn grote troef is dat mensen bereid zijn om een tweedehandsauto van mij te kopen zonder hem eerst te testen’, ginnegapte hij.

Kohl zou later in eigen land opzij geschoven worden door das Mädchen Angela Merkel, maar zijn grote triomf kon niemand hem nog ontnemen. We nemen vandaag afscheid van een grote Europeaan.

De onmogelijke Franse democratie

Europa kijkt met een bang hart naar de eerste ronde van de presidentsverkiezing in Frankrijk vandaag. Terecht. Economische inzichten leren tot welke bizarre uitslag die later kan leiden.

Net als in verschillende andere landen die het afgelopen jaar het nieuws haalden met opmerkelijke verkiezingsuitslagen, hebben ook de Fransen duidelijk hun buik vol van het establishment dat al decennialang het politieke centrum (zowel links als rechts) bezet. Dat heeft tot een polarisering geleid. Aan de uiterste linkerzijde is dat Jean-Luc Mélenchon van La France insoumise, extreemrechts zit Marine Le Pen van het Front National. De traditionele centrumpartijen zitten met beschadigde en/of weinig enthousiasmerende kandidaten. François Fillon van Les Républicains verzamelde de afgelopen maanden schandalen zoals een filatelist postzegels, en Benoît Hamon van de Parti Socialiste is in deze stembusslag zo onbetekenend dat hij in deze uitgebreide analyse van Het Financieele Dagblad op de vooravond van de Franse verkiezingen niet eens vermeld wordt.

De enige die in de verbrande aarde van het centrum echt weet te gedijen, is Emmanuel Macron (foto hiernaast). De reden daarvoor is eenvoudig: hij is een politieke neofiet. Macron heeft wel politieke ervaring als voormalig economisch adviseur van de huidige, immens onpopulaire president François Hollande, maar stampte later met En Marche! een nieuwe partij uit de grond. Die sleept dus nog geen machtstraditie en vriendjespolitiek met zich mee.

Het is een nek-aan-nekrace. Voorlopig ziet het er naar uit dat vandaag Macron en Le Pen als winnaars uit de bus komen. In dat geval nemen ze het op 7 mei tegen elkaar op in de tweede ronde, waarna meer dan waarschijnlijk een herhaling van het Chirac-scenario van 2002 volgt. Net zoals de linkerzijde toen met dichtgeknepen neus voor de rechtse Jacques Chirac stemde om de extreemrechtse Jean-Marie Le Pen uit het Élysée te houden, zouden gematigd links en rechts dan voor Macron kiezen. Bij een duel tussen Macron en Mélenchon, lijkt eenzelfde uitkomst voor de hand te liggen.

Maar wat als Macron de verwachtingen niet weet waar te maken, en ook Fillon tekortschiet waardoor de tweede ronde tussen Mélenchon en Le Pen gaat? Zowel extreemlinks al extreemrechts wil Frankrijk uit de eurozone halen, wie weet zelfs uit de Europese Unie. In dat geval zal wel het parlement nog akkoord moeten gaan, en het ziet er niet naar uit dat een van beide stokebranden daar een meerderheid zal halen. Maar toch. The Economist schreef vorige week al een Wat als? over presidente Le Pens eerste bezoek aan haar Duitse ambtsgenoot Angela Merkel. Dat verloopt niet bepaald goed…

Het doet een beetje denken aan de stemparadox van Kenneth Arrow. Die economische meester-theoreticus van de 20ste eeuw overleed eerder dit jaar, maar zijn inzichten zijn relevanter dan ooit (een goed artikel over zijn verdiensten vindt u hier – de Financial Times eerde de man met de uitspraak ‘even a Nobel Prize understates Arrow’s contribution to economic theory’ – Arrow is tot op vandaag de jongste Nobelprijswinnaar Economie ooit.).

Laat er ons voor de eenvoud even van uitgaan dat er maar drie presidentskandidaten zijn waaruit drie Fransen kunnen kiezen: MacroFillon, Mélenchon en Le Pen, en dat hun voorkeuren als volgt zijn:

Schermafbeelding 2017-04-22 om 12.24.45.png

Arrow merkte op dat bij een paarsgewijze stemming de volgorde waarin voorstellen worden gepresenteerd bepalend kunnen zijn voor de uitkomst. De voorkeuren van de burgers kunnen ook zodanig verdeeld zijn dat voor een bepaald probleem gewoon geen stabiele meerderheid haalbaar is.

Stel dat onze drie Fransen eerst moeten kiezen tussen MacroFillon en Mélenchon. Dan wint MacroFillon door de stem van kiezers I en II. Maar als het vervolgens in de tweede ronde tussen MacroFillon en Le Pen gaat, dan wint Le Pen door de stem van kiezers II en III. Nochtans haalt Mélenchon het duidelijk van Le Pen dankzij kiezers I en III… Ook voor de andere combinaties beland je in een lus. Nochtans heeft elk van de drie kiezers een duidelijke en consistente voorkeur. De stemparadox illustreert daarmee de relativiteit van sommige democratische beslissingen.

Voor alle duidelijkheid: de stemparadox is geen vondst van Arrow (de 19de-eeuwse markies de Condorcet was hem voor), maar de Amerikaanse econoom gaf er wel een briljante wiskundige onderbouwing aan die veel verder gaat dan bovenstaand voorbeeld.

The New York Times had trouwens een geweldig leuke anekdote over de erudiete Arrow. Omdat het zo’n leuke afsluiter is, geef ik hem hier even mee:

Professor Arrow was widely hailed as a polymath, possessing prodigious knowledge of subjects far removed from economics. Eric Maskin, a Harvard economist and fellow Nobel winner, told of a good-natured conspiracy waged by junior faculty to get the better of Professor Arrow, even if artificially. They all agreed to study the breeding habits of gray whales — a suitably abstruse topic — and gathered at an appointed date at a place where Professor Arrow would be sure to visit.

When, as expected, he showed up, they were talking out loud about the theory by a marine biologist — last name, Turner — which purported to explain how gray whales found the same breeding spot year after year. As Professor Maskin recounted the story, “Ken was silent,” and his junior colleagues amused themselves that they had for once bested their formidable professor.

Well, not so fast.

Before leaving, Professor Arrow muttered, “But I thought that Turner’s theory was entirely discredited by Spencer, who showed that the hypothesized homing mechanism couldn’t possibly work.”

Misprijzen

Dit opiniestuk verscheen eerder bij De Tijd.

Politici verdedigen de rechtstaat, tenzij het hen kiezers kan kosten. In het Arco-dossier zet de regering het belang van een deel van haar kiezers boven dat van haar volk.

‘Er zijn dagen waarop men spaarzaam moet zijn met zijn misprijzen omdat er zoveel zijn die er nood aan hebben’, verklaarde de Franse denker François-René de Chateaubriand ooit. Wel, woensdag was zo’n dag, toen het Europees Hof van Justitie de gecontesteerde Arco-regeling naar de prullenmand verwees. Een overwinning voor de rechtstaat, aangezien het Hof finaal bevestigde dat alle beleggende Belgen gelijk zijn voor de wet.

Toch verklaarden politici van verschillende partijen – zowel uit de regeringscoalitie als uit de oppositie – meteen dat er een ‘creatieve oplossing’ moest komen om de Arco-beleggers (die dus voor alle duidelijkheid géén spaarders zijn) hun centen terug te geven. De christendemocratische vice-premier Kris Peeters, primus inter pares van de Arco-cheerleaders, verklaarde dat de belastingbetaler daarbij zo weinig mogelijk direct geviseerd mag worden. Dat is – excusez les mots – tjeverig gekonkelfoes. De essentie zit er niet in dat de belastingbetaler volgens Peeters zoveel mogelijk moet gespaard worden, maar wel dat hij zo min mogelijk mag merken hoe zijn belastingen weggesluisd worden naar een specifiek kiespubliek.

Want vergis u niet: dit is politiek clëntelisme pur sang. Het illustreert hoe de rechtstaat voor sommige partijen belangrijk is in het ene dossier, maar niet in het andere. Als deze regering oprecht de belastingbetaler niet wil viseren, dat ze dan zweert bij de fundamenten van de rechtsstaat dat gedupeerden verhaal moeten halen op de partijen die hen schade hebben bezorgd. Waarom zou ik als belastingbetaler schuld hebben aan het dramatisch financieel beheer van Arco, of de verkooppraktijken van de christelijke arbeidersbeweging? Als de belegger daar zijn verschuldigd bedrag niet volledig kan recupereren, moet hij de rest van zijn verlies slikken. Zoals alle beleggers.

Tot slot is het ook opmerkelijk hoe weinig aandacht er gaat naar het intergenetarioneel aspect van een mogelijke terugbetaling. Als de regering 200 miljoen euro belastinggeld kan laten wegvloeien naar Arco-gedupeerden, moet ze daar ook het geld voor vinden. Dat komt neer op het verder opbouwen van de staatsschuld. En die laatste is niets anders dan uitgestelde belastingen, die dus in steeds grotere mate worden doorgeschoven naar jongere generaties. Als die al bij Arco zaten, en dat zullen er sowieo niet veel geweest zijn, gaat het om heel beperkte bedragen. Toch zullen zij in dat geval allemaal mogen mee betalen voor deze koldervertoning.

Het hele Arco-dossier getuigt van het politieke onvermogen om een rechtvaardige, maar onpopulaire beslissing uit te leggen en te verdedigen. Wie achter zijn kiezer aanloopt, kan hem nooit in het gezicht kijken. Dat verdient ons misprijzen.

Het jaar dat achteruit vloog, deel II

Ziehier het tweede (en laatste) deel van mijn jaaroverzicht. Hier vindt u het eerste deel. Enjoy!

Tweet met het hoogste gniffelgehalte

Beste begin van een artikel 

Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)

Beste alinea 

Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)

Meest dramatische krantentitel

A Toddler, a Loose Gun in a Car, and a Mother Dies
(The New York Times)

Meest deprimerende krantenartikel

Deprimerend.png
(The New York Times)

Beste Nederlandstalig portret

Beste internationaal portret (met animatie)

Beste woordspeling

PostNL mag niet veranderen van Kamp
(De Tijd, Lukas Vanacker)

Grappigste krantentitel

Persoonlijkheid van schaap valt tegen
(NRC, Frans van der Helm)

Eervolle vermeldingen:

  • Man who claimed gay donkey tried to rape his horse runs for Ukip leadership, The Independent.
  • Bike Thief Lassoed by Bystander on Horseback in Oregon Walmart Parking Lot, New York Magazine.
  • A Lesson for India in a Fog So Thick It Could Kill a Cow, The New York Times.

Fait divers der faits divers

Fietser valt met frieten
(Het Laatste Nieuws)

Grootste ‘Euh?’-artikel

De mannen die als hond leven: “Als iemand in de buurt van mijn baasje komt, grom ik als een bulldog”, Het Laatste Nieuws

(Topquote: “Het hond-zijn is slechts een deel van mijn identiteit. Ik ben ook vegetariër en ik speel ook piano. Ik heb een papegaai.”)

 Beste bronvermelding van het jaar

Meeste bizarre statistiek

Opmerkelijkste verklaring van het jaar

Mooiste zin

‘Sometimes progress mows men down.’, The New Yorker.

Mooiste podcast-aflevering

‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.

Feel good

Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.

Opmerkelijkste onderzoek (dat ik dit jaar tegenkwam), deel II

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel II:

Internationale politiek in één beeld

vaarwel

Het slechtste van de internationale politiek, in één cartoon

schermafbeelding-2016-12-16-om-21-22-57
(The New Yorker)

Brexit in twee tweets

Amerikaanse verkiezingen, in één cartoon

Schermafbeelding 2016-12-16 om 21.22.17.png
(The New Yorker)

Donald Trump – beste verklaring waarom hij won

For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)

Beste zin van Trump

The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience.
(CNN) 

Beste zin over Trump

A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)

Mooiste ironie

Het beste van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker

Mooiste voorbeeld van Europese geldverspilling.

Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.

Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg

“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”

— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.

Bizarste geldverspilling in Europa

‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.

Beste eerste zin 

Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)

Beste alinea 

Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)

Meest deprimerende krantenartikel

Deprimerend.png
The New York Times.

Beste Nederlandstalig portret

Beste internationale portret (met animatie)

Quote met het hoogste zuchtgehalte

Schermafbeelding 2016-12-16 om 21.20.09.png
(De Standaard)

Tweet met het hoogste zuchtgehalte

Gniffeltweet

Meest dramatische krantentitel

A Toddler, a Loose Gun in a Car, and a Mother Dies
(The New York Times)

Beste woordspeling

PostNL mag niet veranderen van Kamp
(De Tijd)

Grappigste krantentitel

  • Persoonlijkheid van schaap valt tegen, NRC.

Eervolle vermeldingen:

  • Man who claimed gay donkey tried to rape his horse runs for Ukip leadership, The Independent.
  • Bike Thief Lassoed by Bystander on Horseback in Oregon Walmart Parking Lot, New York Magazine.
  • A Lesson for India in a Fog So Thick It Could Kill a Cow, The New York Times.

Grappigste videoreportage van 2016

“Hoezo, ik mag geen garagepoort bouwen?”, Het Nieuwsblad.

Fait divers der faits divers

Fietser valt met frieten, Het Laatste Nieuws

Grootste ‘Euh?’-artikel

De mannen die als hond leven: “Als iemand in de buurt van mijn baasje komt, grom ik als een bulldog”, Het Laatste Nieuws

(Topquote: “Het hond-zijn is slechts een deel van mijn identiteit. Ik ben ook vegetariër en ik speel ook piano. Ik heb een papegaai.”)

 Beste bronvermelding van het jaar

Meeste bizarre weetje

Opmerkelijkste verklaring van het jaar

Mooiste zin

‘Sometimes progress mows men down.’, The New Yorker.

Mooiste podcast-aflevering

‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.

Beste korte videoreportage

‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.

Feel good

Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:

Het jaar dat achteruit vloog, deel I

Het jaareinde nadert, en daar komen de lijstjes weer. Het is iets waar ik nog niet eerder aan meegedaan heb, maar waarom niet? In dit tweedelig overzicht (hier deel II) verschijnen de artikels, quotes en weetjes die mij dit jaar het meest geïnteresseerd, verontrust en bijgeleerd hebben. Deze lijst is bijlange na niet volledig, er is nu eenmaal niet genoeg tijd in een dag om alles te lezen, en bovendien hield ik niet alles bij dat ik geweldig goed vond. Misschien een werkpuntje voor volgend jaar. Voilà, zowaar een eerste voornemen!

De titel van dit jaaroverzicht komt van mijn broer die mijn neef citeerde. De link is snel gelegd. Het leek in 2016 af en toe alsof de wereld een stuk dwazer geworden is, alsof we collectief een stap achteruit hebben gezet. We huldigden meer populistische roeptoeters dan in 2015 bijvoorbeeld, en stelden ons minder menselijk op tegenover vluchtelingen.

Toch moeten we moed houden, en voor ons een betere toekomst zien. Denk daarbij aan de mooie woorden van de Amerikaanse journalist E.B. White, zoals hij die in 1973 neerschreef in een brief aan een lezer die zich zorgen maakte over een duistere toekomst voor de mens:

Zolang er één rechtvaardige man is, zolang er één meelevende vrouw is, kan dat besmettelijk zijn, en is niets verloren. In slechte tijden, is het hoop die ons rest. Ik zal zondag opstaan en de klok opwinden, als een bijdrage aan orde en standvastigheid.

[…] Het is vrij duidelijk dat het menselijk ras er een boeltje van heeft gemaakt op deze planeet. Maar als een volk dragen we waarschijnlijk zaadjes van goedheid met ons mee die al een lange tijd wachten om in de juiste omstandigheden te kunnen ontkiemen. De nieuwsgierigheid van de mens, zijn vernuft en zijn vindingrijkheid hebben hem in grote problemen gebracht. We kunnen enkel hopen dat diezelfde eigenschappen hem in staat stellen om die te overwinnen.

Zet je schrap. Houd moed. En wind de klok op, want morgen is er weer een dag.

Brexit in twee tweets

schermafbeelding-2016-12-16-om-21-53-28

Donald Trump – beste verklaring waarom hij won

For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)

Beste zin van Trump

The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience.
(CNN) 

Beste zin over Trump

A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)

Mooiste ironie

Het beste van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker

Mooiste voorbeeld van Europese geldverspilling.

Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.

Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg

“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”

— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.

Bizarste geldverspilling in Europa

‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.

Opmerkelijkste onderzoek (dat ik dit jaar tegenkwam), deel I

  • Stoppen met roken verhoogt de body mass index met zo’n 1,6 punten. In gewicht uitgedrukt is dat ruwweg 5 kilo. NBER
  • Nieuwe studie suggereert dat 57% van bevolking een seksuele afwijking heeft. Vorsers vragen evaluatie van ‘afwijkend’. Sexual Medicine
  • ‘Females are more efficient in shopping per item, while males spend less time on getting in and out of the store.’ Australasian Marketing Journal
  • ‘Straight women’s physical attractiveness is linked to their desire for gay male friendships.’ Personality and Individual Differences

Beste korte videoreportage

‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:

Groene bananen, dodo’s en de toren van Basel

foto_marktmeestersHet is alweer een tijdje geleden dat ik hier nog eens iets gepost heb, zo realiseerde ik mij dit weekend. De voorbije maanden heb ik nochtans niet stilgezeten. Een van de leukere dingen in die periode was het schrijven van de tweewekelijkse column Marktmeesters in de weekendeditie van Het Financieele Dagblad. Dat genoegen viel me te beurt omdat een vaste columnist even buiten strijd was.

Ik schreef in totaal zeven columns over spelers op de financiële markten. Die kan u hier lezen, met alvast een kleine passage.

Goud, maar alleen voor wie alle vertrouwen kwijt is
Timing blijft cruciaal, benadrukt William De Vijlder, hoofdeconoom van BNP Paribas. ‘Als je het gemiddelde brutodividendrendement van 3,5% van een brede Europese aandelenindex tien jaar lang laat liggen omdat je geld in dividendloos edelmetaal zit, moet die index al ongeveer 30% zakken om nog van een goede beslissing te kunnen spreken.

In een andere wereld overtreft de ECB zichzelf
De wijze woorden van Milton Friedman lijken helemaal vergeten. ‘We lopen het gevaar het monetair beleid een belangrijkere rol toe te dichten dan het werkelijk heeft, en er meer van te verwachten dan het kan bereiken’, verklaarde de vader van het monetarisme.
Beleggers trappen in dezelfde val, zo illustreert hun gedrag bij elke nieuwe stimulus door de ECB. Vandaag zijn ze laaiend enthousiast, morgen vinden ze het nog net genoeg, en overmorgen eisen ze meer. Maar de economie, die volgt niet. Het is niet omdat de centrale bank de buikriem telkens een gaatje groter legt, dat de pens meegroeit.

Toren van Basel
Heldere en uniform toegepaste Basel III-regels over kapitaal- en liquiditeitsnormen zouden het absolute minimum moeten zijn. Misschien kan er daarom eens een verdieping aan regels van Basel af, in plaats van telkens één erbij. Bijvoorbeeld: het balanstotaal van banken mag maximaal 20 keer het eigen vermogen bedragen. Dan hebben ze een kapitaalbuffer van minstens 5%, en is er ook geen discriminatie meer in de behandeling van schuldpapier van overheden en bedrijven met een gelijkaardige kredietwaardigheid.

Main Street kent noch gelooft de Fed
‘Monetair beleid is het effectiefst als het grote publiek begrijpt wat de Fed probeert te doen, en hoe’, verklaarde Janet Yellen nochtans in 2013, kort voor ze Ben Bernanke opvolgde aan het hoofd van de Amerikaanse centrale bank. Juist daarin schiet de Fed schromelijk tekort, stelt Carola Binder van Haverford College vast. Inflatieverwachtingen verankeren blijkt stukken beter te lukken op Wall Street dan op Main Street.

Japan, waar centrale bankiers groene bananen lusten
Met haar belofte deze week om de langetermijnrente op nul vast te spijkeren, duwt de Japanse centrale bank beleggers nog meer uit overheidspapier in de richting van aandelen. Dat is zeker niet in het belang van alle Japanners, merkte een strateeg deze week op. ‘Ze vertellen 88-jarigen dat aandelen een goede belegging zijn voor de lange termijn. Welke lange termijn? Veel mensen kopen op die leeftijd zelfs geen groene bananen meer.’

Dodo’s en een stoomwals op de obligatiemarkt
In ‘Alice’s Adventures in Wonderland’ van Lewis Carroll worden een aantal personages op een bepaald ogenblik nat. Om droog te worden, beslist de dodo om een wedstrijd uit te schrijven. Iedereen moet rond het meer lopen tot ze droog zijn. Als ze de dodo vragen wie gewonnen heeft, denkt hij lang na en besluit: ‘Iedereen heeft gewonnen, en iedereen krijgt een prijs’.
Obligatiebeleggers lijken vandaag op de dodo, ook zij delen aan iedereen geld uit. ‘Ze pikken muntjes op voor een aanrollende stoomwals’, merkte een collega met een diepe zucht op.

Banken gaan plankgas door oranje
Toen de legendarische Amerikaanse bankovervaller Willie Sutton werd gearresteerd, vroeg iemand hem waarom hij zo veel banken had overvallen. ‘Omdat daar het geld zit.’ Vandaag lijken de misdrijven vooral aan de andere kant van het loket te vinden. Neem Deutsche Bank, door Amerikanen wel eens als ‘Douche Bank’ uitgesproken.

De man die de stier bij de staart greep

Zaterdagmiddag is Michel Rocard op 85-jarige leeftijd overleden. Dat bericht zal in België en Nederland waarschijnlijk niet te veel aandacht krijgen (hier een goede necrologie van de Financial Times).

Nochtans was de Franse socialistische politicus van mei 1988 tot mei 1991 premier onder het presidentschap van zijn partijgenoot François Mitterrand (rechts op de foto). Die laatste, een eeuwige intrigant, kon Rocard niet luchten en was hem liever kwijt dan rijk. Hij deed er daarom alles aan om zijn ontslag uit te lokken.

Maar op zoek naar een reden om Rocard te ontslaan, ondervond Mitterrand dat zijn premier verrassend meegaand was in zijn beleid, ook al was het nooit goed genoeg. Rocard probeerde op die manier lang genoeg in het zadel te blijven zitten om enkele jaren later zijn kans op een overwinning bij de presidentsverkiezingen in 1995 te vergroten (maar tevergeefs).

Over die moeilijke periode onder Mitterrand, en de reden waarom hij manu militari aanbleef, sprak Rocard ooit de onsterfelijke woorden: ‘Als je een stier vasthoudt aan de staart, is het ergste wat hij kan doen in je gezicht schijten. Maar hij kan je niet opscheppen met zijn hoorns.’

‘Zij vinden de neus een edeler orgaan dan de hersenen’

Op een dag, misschien, ooit, wie weet, wil ik een boek schrijven dat lessen trekt uit het wedervaren van de belangrijkste centrale banken doorheen de tijd. Dat gaat van de eeuweling die de Bank of England is (321 jaar om precies te zijn), over de Japanse Nippon Ginko (°1882) en de Amerikaanse Federal Reserve (°1913) tot de puber in de eurozone (ECB, °1998).

Ik begrijp dat dit onderwerp op het eerste gezicht wenkbrauwen kan doen fronsen, maar geloof me vrij: het is een wonderlijke wereld met zoveel fascinerende persoonlijkheden. De voorbije jaren heb ik een indrukwekkend aantal boeken en studies verzameld over het onderwerp, nu alleen nog de tijd vinden om ze allemaal te lezen, en dan op onderzoek te trekken naar wat het allemaal voor u en mij betekent. Het zou dan de bedoeling zijn om economische inzichten te combineren met weetjes, anekdotes, portretten,…

Enfin, wie weet dus, op een dag dus, misschien, ooit.

In een van die documenten die ik onlangs las, kwam ik een passage tegen die me meteen aan de Brexit-discussie deed denken. Vandaar dat ik er hier even op inga.

Volgens de titaan John Maynard Keynes moest een econoom een ‘wiskundige, historicus, staatsman en filosoof zijn’. Jammer genoeg zag Franklin Delano Roosevelt hem in 1934 enkel als ‘een wiskundige’. ‘Hij is vast geen politiek econoom’, verzuchtte de Amerikaanse president na een bezoek van de Brit aan het Witte Huis. ‘Hij heeft hier een hele cijferbrij achtergelaten.’

Ook Keynes zelf stapte ontgoocheld buiten. ‘Ik was er van uitgegaan dat de president meer geletterd zou zijn op economisch vlak’, verklaarde hij.

Dat was overigens een misvatting die Rexford Tugwell, een professor economie aan Columbia, al lang niet meer koesterde. Hij was een van de belangrijkste leden van de ‘Brains Trust’, een adviesgroep die de president-elect bijstond bij het uitwerken van een beleidsvisie. Tugwell zou later optekenen dat met Roosevelt over economie praten gelijk stond aan het bijbrengen van de basisideeën ervan aan eerstejaarsstudenten aan de universiteit.

Enkele maanden voor zijn bezoek aan het Witte Huis had Keynes een open brief gepubliceerd in The New York Times waarin hij de nieuwbakken president opriep om de Grote Depressie te lijf te gaan met extra overheidsuitgaven.

Daarin staat dus een passage, die met een paar tweaks (eigen vertaling) verrassend actueel aandoet. Het helpt als u in de plaats van Roosevelt aan Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker denkt (over wie trouwens eerder deze week dit vernietigend portret verscheen):

Op dit moment zijn uw sympathisanten EU-adepten in Engeland nerveus en soms moedeloos. We vragen ons af of er wel een goed begrip is van de juiste volgorde van de verschillende urgenties, of het vizier wel goed gericht staat, en of het advies dat u krijgt niet krankzinnig en bizar is. Als we van onze melk zijn wanneer we u verdedigen, dan is dat deels te wijten aan de invloed van onze omgeving in Londen. Ziet u, bijna iedereen hier heeft een enorm vertekend beeld van wat er in de VS EU gebeurt. De gemiddelde City-man denkt dat u onbezonnen waardevol advies negeert, en dat de beste hoop ligt in het ontslaan van uw huidige adviseurs en terug te keren naar de oude manier van doen, of dat de VS EU anders op weg zijn naar een afschuwelijke implosie. Dat is wat ze zeggen dat ze ruiken. Er is een heropleving van wijze hoofdschudders die geloven dat de neus een edeler orgaan is dan de hersenen. Londen is er van overtuigd dat we alleen maar moeten achteroverleunen en wachten, om te zien wat we zullen zien.

Britten zijn broodnodig in de EU

Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be

Op 23 juni trekken de Britten naar de stembus om te beslissen of ze al dan niet in de Europese Unie willen blijven. Wie al eens in de Engelse countryside een gesprekje heeft gehad met een doorsnee-Brit over Europa, merkt hoe onwetend die vaak is over wat het EU-lidmaatschap inhoudt. Tekenend is deze passage over het geplande referendum die in mei vorig jaar in de Financial Times verscheen. ‘Uit onderzoek blijkt dat sommige mensen niet eens weten dat het VK lid is van de EU’, merkte de Britse zakenkrant op. ‘Dat zorgt voor het risico dat ze de vraag of het land dat ook moet blijven verkeerd begrijpen.’

Het is niet zo moeilijk om te begrijpen waarom zoveel Continentaal-Europanen hun buik vol hebben van de Britten. Het zijn koekoekskinderen in een familie die hen niet bijzonder graag ziet. En omgekeerd. De uitspraak van Boris Johnson dat brexit gelijk staat aan ontsnappen uit een gevangenis is nog een van de vriendelijkste bewoordingen (de leider van het exit-kamp vergeleek de EU ook met Hitler).

Toch zou het een slechte zaak zijn, mochten ze aan de andere kant van het Kanaal de deur van de EU achter zich dicht trekken. Dat zou enorme gevolgen hebben, niet het minst voor het VK zelf. Ja, de Britten zouden jaarlijks 8,5 miljard pond (11,2 miljard euro) uitsparen omdat het land een netto-bijdrager is aan de Europese begroting. Maar het totaalplaatje is complexer dan dat.

Als het VK net als Noorwegen deel wil uitmaken van de Europese Economische Ruimte, dan zal het daar een stevige potje over moeten onderhandelen met zijn voormalige celgenoten (of cipiers, het is maar hoe je het bekijkt), wat onzekerheid en dus ook kosten met zich meebrengt. Bovendien zal het land nog altijd dezelfde regels moeten volgen als voorheen om toegang te hebben tot de Europese markt – waar vandaag bijna de helft van zijn export naar toe gaat – maar dan zonder daar zelf inspraak in te hebben. De Britse exportpositie zou daarnaast ook lijden onder de noodzaak om bilaterale akkoorden af te sluiten die minder gunstig zijn dan onder de Europese, multilaterale paraplu.

Vanwaar toch die animositeit tegenover de EU? In essentie voelen de Britten zich bedrogen. Dit Europees project is ons in de jaren 70 verkocht als een toegangsticketje tot de eengemaakte markt, klaagde de populaire tabloid Daily Mail in 2013 naar aanleiding van de veertigste verjaardag van het Britse lidmaatschap. Wat daarna volgde, vat zowat alle ergernissen samen. ‘We wisten toen niet waar we aan begonnen. We hebben dat zogenaamd gezellige clubje stap voor stap zien veranderen in een opgezwollen bureaucratisch rijk dat zijn verstikkende regels oplegt aan alle lidstaten. Het heeft zich in de diepste crisis uit zijn geschiedenis gestort met zijn roekeloze droom om alle landen van Europa in de dwangbuis van de euro te duwen. Al veertig jaar lang zijn de Britten een ongelukkig lid van deze club. [We] kijken met angstige verbijstering naar dat opgezwollen politieke monster.’

Goed, dat mag andere Europeanen als miezerig gezaag in de oren klinken, maar waarom zouden ze er toch om moeten geven? Waarom is het zo belangrijk dat de Britten aan boord blijven? Over de mogelijke gevolgen van een brexit zijn al heel wat analyses geschreven, maar vreemd genoeg geldt dat niet voor wat het betekent voor de ‘EU zonder het VK’. Nochtans is ook dat een economisch verhaal dat drijft op politiek.

Europa heeft de Britten broodnodig. De kracht van de Europese integratie ligt op het economische vlak, en net dat is waar het VK op doorduwt. Waar de Fransen een natuurlijke neiging tot interventionisme en protectionisme hebben, ijveren de Britten steevast voor deregulering en liberalisering.

Het VK was bijvoorbeeld samen met Ierland en Zweden het enige land dat zijn arbeidsmarkt in 2004 meteen openzette voor de ingezetenen van de tien nieuwe lidstaten. Onder meer Frankrijk, Duitsland en België hielden daarvoor de deuren dicht tot dat vanaf 1 januari 2014 echt niet meer mocht.

De Britten hebben daarnaast bijzonder terechte bekommernissen die minder vocaal ook in andere lidstaten spelen. Een voorbeeld daarvan is het gehamer op de overdreven regulering en betutteling binnen de EU. Er zijn niet minder dan twintigduizend afzonderlijke richtlijnen, en nog eens meer dan tienduizend uitspraken van het Europees Hof van Justitie die eveneens rechtswaarde hebben. Alle Europese wetten samen beslaan meer dan honderdduizend bladzijden. Dat het allemaal te veel is doorgeschoten, heeft ondertussen ook de Europese Commissie erkend, waar ondervoorzitter Frans Timmermans de opdracht heeft gekregen om de regeldrift vanuit Brussel te beteugelen. Voorlopig met weinig succes.

De EU zou bij een brexit ook zijn rechtstreekse toegang verliezen tot het grootste financiële centrum ter wereld, de Londense City. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor de financiering van bedrijven en overheden.

Natuurlijk zijn er problemen met de Britten, dat zal niemand ontkennen. Maar er zijn ook problemen met de Grieken, de Spanjaarden, de Portugezen,… Als de Europese Commissie en de leiders van de lidstaten er niet in slagen om hun burgers diets te maken dat de EU een meerwaarde is ondanks al die problemen, dan moeten ze niet schrikken als er burgers zeggen ‘van die boer geen eieren meer’.

Erkennen dat er redenen zijn dat de Britten hun buik vol hebben van Europa, of die argumenten nu steek houden of niet, is pas het begin. Daarna moeten die drogredenen ontkracht worden en de terechte bekommernissen ernstig behandeld. Sommigen zullen zeggen dat de EU zich daarmee te grabbel gooit aan populisme, anderen dat ze een debat aangaat met zijn burgers over welk Europa die nou eigenlijk willen. Die eersten hebben een punt, maar het zijn de laatsten die gelijk hebben.