‘Hoe dan ook, dat was toen. Nu is alles veel beter.’
Nee, je zal Jeroen Blankert (52) niet snel verdenken van nostalgie. Niet naar zijn tijd als jonge punker in het Friese stadje Workum. Niet naar de oude suikerbieten waar hij in de rokerige plaggenhut van zijn oma op moest knagen, ‘terwijl buiten de kleine ijstijd woedde en plunderende hordes door het bevroren landschap trokken, een spoor van dood en verderf achter zich latend’.
‘Nu is alles beter’ bundelt een reeks grappige tekstjes van de hand van Blankert, niet alleen kroegbaas van de Amsterdamse parel De Nieuwe Anita, maar ook drummer en schilder. Hij pent elke ochtend een verhaaltje als inleiding op de agenda voor die avond, een dagelijks plezier voor wie hem volgt op Facebook, Twitter of Instagram.
De cursiefjes zijn losjes gebaseerd op wetenschapsweetjes, historische en populaire figuren (van Buster Keaton tot Justin Bieber) en bizarre waarnemingen, maar nog het meest op de hersenspinsels van Blankert zelf. Zo legt hij uit dat sommige mensen die met een flink grote koptelefoon op straat lopen helemaal niet naar muziek luisteren. ‘Ze luisteren naar straatgeluiden van een andere stad. Dat zijn mensen die in de verkeerde stad zijn geboren, of moeten leven. Ze draaien bijvoorbeeld de hele dag realtime Rotterdam-geluiden.’
Niet alleen is nu alles veel beter dan vroeger, de toekomst laat nog beter vermoeden. Blankert verlekkert zich bijvoorbeeld nu al aan achtervolgingsscènes met zelfrijdende auto’s, waarbij de politie exact even snel rijdt als de bankrovers die ze achtervolgt. ‘Het is dan wachten op wie de langste accuduur heeft’, schertst hij. ‘Dat kan een superspannend element in de film worden. Je ziet dan de hele tijd de lichtjes van de accu’s in beeld. In het rood, NOG TWEE STREEPJES!! Dat wordt een topfilm!’
Het boek is ontspannen lectuur die zich perfect leent voor gestolen momenten. Zo moest ik zelf hard gniffelen bij dit stukje met de titel ‘Krant’:
Op de stationskiosk doen ze vaak aan bewustwording. Dan koop je een blikje bier en dan vragen ze ‘wilt u er ook een krant en een Balisto bij?’. En dan opeens realiseer je je dat dat inderdaad zo is! Dat je eigenlijk ook een krant en een Balisto wilde en dat iemand die verstand heeft van bewustwording je daarbij moest helpen. ‘Godskolere ja! En ik maar denken, ik heb zin in bier maar dat was niet zo! Een krant ja! En een Balisto! Daar had ik ook behoefte aan. Ik rol gelijk die Balisto in die krant, leg hem naast me op de bank, of nee, ik leg het pakketje gewoon leuk op het treintafeltje (hopelijk zit ik in zo’n fijne trein met een tafeltje), dan ligt dat daar gezellig en dan drink ik lekker bier terwijl ik naar mijn krant met die Balisto er in kijk en denk: ‘Daar was ik echt aan toe!’
‘Nu is alles beter’ is te krijgen in De Nieuwe Anita. Wie daar niet zo snel belandt maar toch zeker wil zijn van een exemplaar, geeft maar een seintje, en dan doe ik het nodige.
Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)
Beste alinea
Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)
‘Gregor MacGregror pointed those who needed more convincing to a book on the virtues of the small island nation, by the elusive Thomas Strangeways (actually MacGregor himself).’ — The conman who pulled of history’s most audacious scam, BBC.
‘In 1976, Muhammad Ali battled Japanese wrestler Antonio Inoki. It was not a thrilla.’ — Ali’s Least Memorable Fight, The New York Times.
‘Er bestaat een groot misverstand. Een regering is geen verzameling van redelijke mannen en vrouwen die samen beslissingen nemen in het algemeen belang, op grond van weldoordachte en onderbouwde afwegingen.’ — De Brusselse geldautomaat, De Tijd.
‘On the debone line, the birds come at you fast.’ — Dark Meat, Slate.
‘Het is jammer dat ik zo’n nomadische ziel heb. Ik kan nergens blijven, ik voel me nergens gelukkig. Ik zoek, denk ik, naar iets wat niet bestaat.’ — Altijd op zoek naar iets wat niet bestaat, FD.
‘Voor het kamp-Teeuwisse hangt veel af van de precieze woorden die hij gebruikte toen hij om de glazen wand heenliep om de handelaren te waarschuwen.’ — ‘Chinese Muur’ Kempen niet bestand tegen tumult, FD.
‘De conversaties zijn anders. Tot vorig jaar was het: maak je geen zorgen om winst, hoe kun je zo snel mogelijk groeien? Nu is het: hoe ga je ooit winst maken?’ — ‘Het feestje is voorbij in Silicon Valley’, De Tijd.
‘Vakbonden zetten dus tegelijkertijd als rechter en partij mee de lijnen uit bij wat eigenlijk een regelrechte concurrent is. Vergelijk het met beleidslui van Coca-Cola die in de raad van bestuur van Pepsi zouden zitten.’ — ‘Den dop’ maakt vakbonden baas, Trends.
For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)
Beste zin van Trump
The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience. (CNN)
Beste zin over Trump
A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)
Mooiste ironie
Straks gaan al die nationalisten internationaal samenwerken. Ben je terug bij af.
Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.
Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg
“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”
— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.
Bizarste geldverspilling in Europa
‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.
Beste eerste zin
Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)
Beste alinea
Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)
‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.
Beste korte videoreportage
‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.
Feel good
Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.
Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:
“Deutsche Bank was structurally designed by management to allow corrupt individuals to commit fraud.” — Deutsche Bank’s $10-Billion Scandal, The New Yorker.
‘Vergeet dat beeld van arme kleine zwartjes van twaalf jaar die weggerukt zijn van hun familie en gedrogeerd ten oorlog trekken. Het gros van de kindsoldaten wíl vechten.’ — ‘Om resultaten te halen moet je ook met de bad guys praten’, De Tijd.
Zo moeten alle privébeslissingen die invloed kunnen hebben op C&A worden voorgelegd aan de familie. Störer schrijft over een telg die vlieglessen wil nemen. Afgewezen, te gevaarlijk. — Gij zult niet scheiden, FD.
‘I wanted to start by asking you the question that I think is probably the one that people are most likely to have asked at some point: Why are there no bankers in prison as a result of the financial crisis?’ — Why Aren’t Any Bankers in Prison For Causing the Financial Crisis?, The Atlantic.
‘A Chinese tourist who tried to report a stolen wallet during a visit to Germany unwittingly signed an asylum application that got him stranded as a refugee for two weeks in the country’s burgeoning asylum bureaucracy. He said Europe was not what he had expected.’ — Chinese tourist mistakenly ends up as refugee in Germany, Reuters.
“More than anyone else I have ever met, Trump has the ability to convince himself that whatever he is saying at any given moment is true, or sort of true, or at least ought to be true.” — Donald Trump’s Ghostrwriter Tells All, The New Yorker.
It is an effective tactic: Once the water is poured, the mourner must pay. “Who says I do that?” protested Ajmal, who is 10. “O.K., maybe I did it once. Or two times.”. — A Carnival of Life Flourishes in Kabul’s Field of the Dead, The New York Times.
Gregor MacGregror pointed those who needed more convincing to a book on the virtues of the small island nation, by the elusive Thomas Strangeways (actually MacGregor himself). — The conman who pulled of history’s most audacious scam, BBC.
In 1976, Muhammad Ali battled Japanese wrestler Antonio Inoki. It was not a thrilla. — Ali’s Least Memorable Fight, The New York Times.
‘Er bestaat een groot misverstand. Een regering is geen verzameling van redelijke mannen en vrouwen die samen beslissingen nemen in het algemeen belang, op grond van weldoordachte en onderbouwde afwegingen.’ — De Brusselse geldautomaat, De Tijd.
On the debone line, the birds come at you fast. — Dark Meat, Slate.
‘Het is jammer dat ik zo’n nomadische ziel heb. Ik kan nergens blijven, ik voel me nergens gelukkig. Ik zoek, denk ik, naar iets wat niet bestaat.’ — Altijd op zoek naar iets wat niet bestaat, FD.
‘The people have spoken. The bastards.’ Vijftig jaar na Dick Tuck’s legendarische reactie op zijn nederlaag in de senaatsrace voor de staat Californië hebben de Amerikaanse kiezers het politieke establishment genadeloos opzijgezet. — Trump won vooral om wat hij allemaal níét is, FD.
Voor het kamp-Teeuwisse hangt veel af van de precieze woorden die hij gebruikte toen hij om de glazen wand heenliep om de handelaren te waarschuwen — ‘Chinese Muur’ Kempen niet bestand tegen tumult, FD.
‘De conversaties zijn anders. Tot vorig jaar was het: maak je geen zorgen om winst, hoe kun je zo snel mogelijk groeien? Nu is het: hoe ga je ooit winst maken?’ — ‘Het feestje is voorbij in Silicon Valley’, De Tijd.
Vakbonden zetten dus als rechter als partij mee de lijnen uit van wat eigenlijk een regelrechte concurrent is. Vergelijk het met beleidslui van Coca-Cola die in de raad van bestuur van Pepsi zouden zitten. — ‘Den dop’ maakt vakbonden baas, Trends.
Het jaareinde nadert, en daar komen de lijstjes weer. Het is iets waar ik nog niet eerder aan meegedaan heb, maar waarom niet? In dit tweedelig overzicht (hier deel II) verschijnen de artikels, quotes en weetjes die mij dit jaar het meest geïnteresseerd, verontrust en bijgeleerd hebben. Deze lijst is bijlange na niet volledig, er is nu eenmaal niet genoeg tijd in een dag om alles te lezen, en bovendien hield ik niet alles bij dat ik geweldig goed vond. Misschien een werkpuntje voor volgend jaar. Voilà, zowaar een eerste voornemen!
'Hij is zo dwaas. Als je z'n hersenen in een duif steekt, ze vliegt achteruit.' H. Dobbelaere #citaat#quote
De titel van dit jaaroverzicht komt van mijn broer die mijn neef citeerde. De link is snel gelegd. Het leek in 2016 af en toe alsof de wereld een stuk dwazer geworden is, alsof we collectief een stap achteruit hebben gezet. We huldigden meer populistische roeptoeters dan in 2015 bijvoorbeeld, en stelden ons minder menselijk op tegenover vluchtelingen.
Toch moeten we moed houden, en voor ons een betere toekomst zien. Denk daarbij aan de mooie woorden van de Amerikaanse journalist E.B. White, zoals hij die in 1973 neerschreef in een brief aan een lezer die zich zorgen maakte over een duistere toekomst voor de mens:
Zolang er één rechtvaardige man is, zolang er één meelevende vrouw is, kan dat besmettelijk zijn, en is niets verloren. In slechte tijden, is het hoop die ons rest. Ik zal zondag opstaan en de klok opwinden, als een bijdrage aan orde en standvastigheid.
[…] Het is vrij duidelijk dat het menselijk ras er een boeltje van heeft gemaakt op deze planeet. Maar als een volk dragen we waarschijnlijk zaadjes van goedheid met ons mee die al een lange tijd wachten om in de juiste omstandigheden te kunnen ontkiemen. De nieuwsgierigheid van de mens, zijn vernuft en zijn vindingrijkheid hebben hem in grote problemen gebracht. We kunnen enkel hopen dat diezelfde eigenschappen hem in staat stellen om die te overwinnen.
Zet je schrap. Houd moed. En wind de klok op, want morgen is er weer een dag.
For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)
Beste zin van Trump
The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience. (CNN)
Beste zin over Trump
A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’” (The New Yorker)
Mooiste ironie
Straks gaan al die nationalisten internationaal samenwerken. Ben je terug bij af.
‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.
Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:
“Deutsche Bank was structurally designed by management to allow corrupt individuals to commit fraud.” — Deutsche Bank’s $10-Billion Scandal, The New Yorker.
‘The people have spoken. The bastards.’ Vijftig jaar na Dick Tuck’s legendarische reactie op zijn nederlaag in de senaatsrace voor de staat Californië hebben de Amerikaanse kiezers het politieke establishment genadeloos opzijgezet. — Trump won vooral om wat hij allemaal níét is, FD.
‘Zo moeten alle privébeslissingen die invloed kunnen hebben op C&A worden voorgelegd aan de familie. Störer schrijft over een telg die vlieglessen wil nemen. Afgewezen, te gevaarlijk.’ — Gij zult niet scheiden, FD.
‘I wanted to start by asking you the question that I think is probably the one that people are most likely to have asked at some point: Why are there no bankers in prison as a result of the financial crisis?’ — Why Aren’t Any Bankers in Prison For Causing the Financial Crisis?, The Atlantic.
‘Vergeet dat beeld van arme kleine zwartjes van twaalf jaar die weggerukt zijn van hun familie en gedrogeerd ten oorlog trekken. Het gros van de kindsoldaten wíl vechten.’ — ‘Om resultaten te halen moet je ook met de bad guys praten’, De Tijd.
‘So without water, gloves, soap or antibiotics, a group of surgeons prepared to remove an appendix that was about to burst, even though the operating room was still covered in another patient’s blood.’ — Dying Infants and No Medicine: Inside Venezuela’s Failing Hospitals, The New York Times.
‘A Chinese tourist who tried to report a stolen wallet during a visit to Germany unwittingly signed an asylum application that got him stranded as a refugee for two weeks in the country’s burgeoning asylum bureaucracy. He said Europe was not what he had expected.’ — Chinese tourist mistakenly ends up as refugee in Germany, Reuters.
“More than anyone else I have ever met, Trump has the ability to convince himself that whatever he is saying at any given moment is true, or sort of true, or at least ought to be true.” — Donald Trump’s Ghostrwriter Tells All, The New Yorker.
‘It is an effective tactic: Once the water is poured, the mourner must pay. “Who says I do that?” protested Ajmal, who is 10. “O.K., maybe I did it once. Or two times.”.’ — A Carnival of Life Flourishes in Kabul’s Field of the Dead, The New York Times.
Zonet sloeg de hagel tegen de ruiten. Het geluid van een depressief seizoen. Zoals Lisa Genova zo mooi schreef in ‘Still Alice’… ‘The beginning of spring was an untrustworthy and ugly liar.’
Geen prille lentezon te zien dus, al dagen niet. Maar laat er ons toch even van dromen. En dan kan ik niemand beter bedenken dan een van mijn lievelingsauteurs, Cyriel Buysse. Uit zijn boek Lente (1907):
‘Zij waren buiten ’t dorp gekomen en volgden nu met vlugge schreden den zandigen landweg, die in blonde bochten kronkelde, vlak zonder omgrenzende slooten noch boomen, als een lang, bleek, slingerlint, achteloos midden in de weelde der malschgroene lentevelden neergeworpen. De zachte meilucht was wazig-teerblauw met gouden glanzingen in ’t westen, waar de zon achter verre boomen onderging, en overal zongen de leeuwerikjes met hun jubelende stemmen de illuzie-volle blijheid der nog vele, rijke en schoone dagen tegemoet.’
[…]
‘Wijdalom strekten de weelderige lente-landouwen zich uit. Het koren, een paar voet hoog, stond reeds in de aren, de heldergroene vlasgaarden lagen donzig als fijne fluweelen tapijten op den zachtgolvenden grond, en hier en daar in de verten schitterden, tusschen het pas ontloken, frischdoorschijnend groen van heesters en boomen, de lange, fijne, tintelgouden streepen en vlekken van het bloeiend koolzaad. Als eilandjes midden uit een groene-en-gouden zee, rezen de oude, groote boerderijen met hun bloeiende appelboomgaarden ten alle kanten op, en in den teerblauwen hemel vol kleine, rozig-witte wolkjes, orgelden eindeloos de zoete stemmetjes der leeuweriken.’
De lente doet lelijk, en is niet te vertrouwen, maar bij Buysse is ze in goede handen.
De Vlaamse meesterdichter Leonard Nolens heeft gisteren de vijfjaarlijkse Prijs voor Poëzie van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) gekregen voor zijn dichtbundel Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen (2011).
Dat is meer dan verdiend. Nolens heeft echt geweldige dingen geschreven. In dit portret door Dimitri Van Zeebroeck leest hij ‘Vermoeidheid’ voor uit En verdwijn met mate (1996).
Zelf hou ik heel erg van deze passage uit ‘De krantencommentaren’, een scherpe maar fijnzinnige analyse voor zowel lezers als journalisten:
Bid ’s ochtends niet met open armen de krant. En drink die koffiezwarte drukinkt niet Van andermans ellende om wakker te worden. Dompel je slaapkop niet in die stinkende poel Van leedvermaak om de nacht van je hersens te wassen. Zet je radio, je laptop, je televisie niet aan, Maak van je ogen en oren geen ramptoerist. En wees niet bang voor de gedachtegang Van je bloedeigen stilte vanmorgen, blijf alleen En lees in je dromen vannacht het laatste nieuws.
Vorig jaar kwam bij de tentoonstelling Love Letters in War and Peace in het Museum voor Schone Kunsten in Gent een knappe catalogus. Daarin vond ik deze afbeelding van het schilderij The Sons of God Saw the Daughters of Men that They Were Fair van de Brit Maurice Greiffenhagen.
De titel van het werk is een verwijzing naar een vers uit Genesis, het eerste boek van de Hebreeuwse Bijbel, meer bepaald Genesis 6:2 uit het stuk dat gaat over de zondvloed:
De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden.
Enkele verzen verder staat het opvallende Genesis 6:4
In die tijd en ook daarna nog, zolang de zonen van de goden gemeenschap hadden met de dochters van de mensen en kinderen bij hen kregen, leefden de giganten op aarde. Dat zijn de befaamde helden uit het verre verleden.
Het era eindigde met de zondvloed en het uitvaren van Noah en zijn ark. Bovenstaande verzen deden mij op hun beurt denken aan deze passus van de Indiase poëet Rabindranath Tagore, in 1913 laureaat van de Nobelprijs Literatuur:
In vroegere tijden daalden goden, verliefd op sterfelijke vrouwen, uit de hemel neer. Helaas, in deze verloederde dagen zijn de goden seniel. En kunnen vrouwen enkel nog een beroep doen op sterfelijke mannen.
Wie treurt nog om de oude goden? Ik in elk geval niet. 🙂
Eind jaren 1940 was de jacht op communisten in de VS helemaal open. Vooral Hollywood kreeg het daarbij hard te verduren. Tien scenarioschrijvers en regisseurs werden in november 1947 ontslagen omdat ze hadden geweigerd om voor de House Committee on Un-American Activities (niet te verwarren met de latere kruistocht van Joseph McCarthy) te verklaren of ze politiek geaffilieerd waren, en zoja, met welke strekking.
De angst bij de filmbazen zat er diep in en dus was het zaak om prenten te maken die geen enkele aanstoot konden geven. In Come in, Lassie van Lilian Ross (The New Yorker) uit februari 1948 staat wat dat betreft een prachtige passage:
“We’d be in a hole if we didn’t have Lassie’, I heard an M-G-M man say. ‘We like Lassie. We’re sure of Lassie. Lassie can’t go out and embarrass the studio. Katherine Hepburn goes out and makes a speech for Henry Wallace. Bang! We’re in trouble. Lassie doesn’t make speeches. Not Lassie, thank God.” At the moment, Lassie is making a picture with Edmund Gwenn about a country doctor in Scotland. Originally, the script called for a country doctor in Scotland who hated dogs, but a part has been written in for Lassie, the plot has been changed and the picture is to be called Master of Lassie. “It will help at the box office”, Lassie’s director says. Only three other pictures are in production at M-G-M, the biggest of them being a musical comedy called Easter Parade, starring Fred Astaire and having to do with Easter on Fifth Avenue at the beginning of the century. One of Lassie’s main champions at M-G-M told me that he had favored writing in a part for Lassie in Easter Parade but that he had dropped the idea. “I couldn’t find a good Lassie angle”, he explained.
De politiek-conservatieve beweging Motion Picture Alliance for the Preservation of American Ideals publiceerde in 1947 een lijst van Do’s & Dont’s zoals:
– Zet het marktsysteem niet in een slecht daglicht.
– Idealiseer de ‘gewone man’ niet. Spreek ook niet over ‘de kleine man’.
– Prijs het collectief niet.
– Val geen industriëlen aan.
– Vertel niet dat de mens een hulpeloze, ziekelijke, kwijlende neurotische zwakkeling is. Toon de wereld voor de verandering eens het Amerikaanse type van de mens.
Die beweging was geen marginaal gedoe. Onder meer Walt Disney, John Wayne, Gary Cooper, Ronald Reagan en Clark Gable maakten er deel van uit.
The purpose of the Communists in Hollywood is not the production of political movies openly advocating Communism. Their purpose is to corrupt our moral premises by corrupting non-political movies — by introducing small, casual bits of propaganda into innocent stories — thus making people absorb the basic principles of Collectivism by indirection and implication.
Als voorstander van de vrije wil en met een gruwel voor staatsingrepen manoeuvreerde ze zich daarmee wel in een onmogelijke positie:
‘The principle of free speech requires that we do not use police force to forbid the Communists the expression of their ideas — which means that we do not pass laws forbidding them to speak. But the principle of free speech does not require that we furnish the Communists with the means to preach their ideas, and does not imply that we owe them jobs and support to advocate our own destruction at our own expense.’
De laatste zin van het manifest spreekt boekdelen:
Freedom of speech does not imply that it is our duty to provide a knife for the murderer who wants to cut our throat.
Als ik ‘de overkant’ hoor, moet ik altijd spontaan denken aan Veerpont van de legendarische Doctorandus P. Daarin zit een mooie sneer naar het economenvak:
Als de pont zo lang was als de breedte van de stroom dan kon hij blijven liggen, zei me laatst een econoom. Maar dat zou dan weer lastig zijn voor het rivierverkeer. Zodoende is de pont dus kort en gaat hij heen en weer.
Zo ook bij het lezen Met dank aan de overkant, een bijdrage van Vincent Scheltiens in de jongste editie van De Witte Raaf. Best wel interessante lectuur over de historische verhoudingen tussen de Frans- en Nederlandstaligen in ons Belgenland.
Een mooie zin daaruit die ik onthoud, is:
‘Waar [in begin jaren 1960] in de Franstalige kritieken Vlamingen werden afgeschilderd als verstoorders van het Belgische evenwicht, werden – andersom – Walen én Franstaligen gerepresenteerd als bestendigers van het Belgische onevenwicht.’
Zoveel is er sindsdien eigenlijk niet veranderd. In het liedje van Doctorandus P zit met een beetje verbeelding een oproep tot meer wederzijds begrip:
De oever waar we niet zijn, noemen wij de overkant. Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland. En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed, want dit is van belang als u oversteken moet.
Een tijdje geleden schreef ik voor Trends een bijdrage over de relatie tussen democratie en economische groei (Democratie door wil en dank, 22 mei). Daarin merkte ik op dat wat een hoogmis van betrokkenheid zou moeten zijn, steeds meer op een oefening in onverschilligheid lijkt. De opkomstcijfers bij de jongste Europese verkiezingen spraken boekdelen: 43% in de gehele Europese Unie, met ‘uitschieters’ van 13% in Slowakije en 19,5% in Tsjechië.
Het artikel eindigde met: Democratie is niet altijd perfect en is een werk van lange adem, maar is wel met een straat voorsprong te verkiezen boven de alternatieven. Daarom is het ook verontrustend dat zo weinig mensen die erin leven er nog warm voor lijken te lopen. Of in de woorden van Plato: ‘de grootste straf voor het weigeren om deel te nemen aan politiek is dat het je minderen zijn die je regeren’.
Ik moest terugdenken aan dat artikel toen ik gisteren in The New Yorker Book of the 40s: Story of a Decade op een heel mooi stukje botste van de hand van E.B. White dat op 3 juli 1943 in The New Yorker verscheen.
We received a letter from the Writers’ War Board the other day asking for a statement on “The Meaning of Democracy.” It presumably is our duty to comply with such a request, and it is certainly our pleasure. Surely the Board knows what democracy is. It is the line that forms on the right. It is the don’t in don’t shove. It is the hole in the stuffed shirt through which the sawdust slowly trickles; it is the dent in the high hat. Democracy is the recurrent suspicion that more than half of the people are right more than half of the time. It is the feeling of privacy in the voting booths, the feeling of communion in the libraries, the feeling of vitality everywhere. Democracy is a letter to the editor. Democracy is the score at the beginning of the ninth. It is an idea which hasn’t been disproved yet, a song the words of which have not gone bad. It’s the mustard on the hot dog and the cream in the rationed coffee. Democracy is a request from a War Board, in the middle of a morning in the middle of a war, wanting to know what democracy is.
Het is niet de bedoeling om hier een reisverslagje te pennen, maar toch even meegeven dat Airbnb een ontdekking is. Eerste keer dat ik het gebruik en meteen een flinke meevaller. Sympathiek onderdak gevonden aan een betaalbare prijs in een van de hipste upcoming wijken van New York (Bushwick, grenzend aan Williamsburg, beide in het noorden van Brooklyn). Het persoonlijk contact en de lokale tips zijn bovendien mooi meegenomen.
(Airbnb doet me overigens denken aan Uber, en hoe ook die de gevestigde belangen ondergraaft. Benieuwd hoe die andere topsite, Booking.com, hier op termijn mee zal omgaan.)
Geen seminarieverslag ook, maar wel een foto die iets (of beter gezegd ‘iemand’) te maken heeft met het Columbia-programma dat ik hier in New York heb doorlopen. Er zat veel fijn volk in de groep, maar zoals altijd is bij de ene de klik groter dan bij de andere.
Ik kon het bijvoorbeeld uitstekend vinden met Le Monde-journaliste Nicole Vulser. Niet alleen een bijzonder bezige bij, maar ook een zeer interessante dame en boven alles heel fijn gezelschap. We hebben onder meer een fantastische wandeling gemaakt door Tribeca, Meatpacking District, Soho, Little Italy, Chinatown,…
In een van die hippe wijken zijn we een knappe (en verdorie zelfs nog betaalbare) designwinkel tegengekomen die (nog) niet in Europa te vinden is. Hou de naam Fab maar in de gaten. Op de foto zit Nicole in een van hun leuke zeteltjes.
Deze New York-post beëindig ik graag met een streepje literatuur. Mijn favoriete weekblad The Economist was onlangs bijzonder positief over The New Yorker Book of the 40s: Story of a Decade. Dus ben ik vorige week maar een Barnes & Noble binnengelopen om er eentje op de kop te tikken.
Echt heerlijke lectuur. Jammer genoeg heb ik nog niet de tijd gehad om er stevig mijn tanden in te zetten, maar ik kijk er echt naar uit om verder te lezen. Hier in elk geval al een heel mooi stukje:
Eglée and Henri were both about sixty years old. For thirty-five years Henri had pretended to like trade in order to hold his wife’s respect, and Eglée had pretended to loathe trade in order to hold Henri’s affection. Neither had succeeded in deceiving the other. He brooded, she scolded, he drank a little, they quarreled incessantly, and they loved each other more than any two people I have ever known.
De mooiste boekentitel die ik deze week ben tegengekomen is evenwel deze.