Interessante twitterfeed die onze staatssecretaris voor Bestrijding van de Sociale Fraude, Privacy en Noordzee er op na houdt. Zo leerden we gisteren alweer iets belangrijk bij dankzij Bart Tommelein (Open VLD).
Merk op hoe je met een beetje slechte wil ‘staatssecretaris voor de Bestrijding van Privacy’ kan lezen. Daar is echter ook wel iets van aan.
Uit een recent en bijzonder verontrustend artikel van William Visterin in De Tijd blijkt immers dat het er niet goed voor staat met onze privacy .
Facebook zal vanaf 30 januari 2015 standaard uw locatie kunnen volgen, op basis van uw smartphone of een ander toestel. Ook uw surfverkeer wordt getraceerd. Facebook volgt u dus eigenlijk overal, ook op andere websites. Daarnaast heeft Facebook toegang tot de contacten uit uw adresboek en de data die u via andere toepassingen, zoals WhatsApp of Instagram, verstuurt.
Is er dan geen opt-out? Nee.
U kan eigenlijk niet ontsnappen aan die nieuwe voorwaarden.
Er is natuurlijk de mogelijkheid om je Facebook-account op te zeggen. Maar laten we elkaar geen Liesbeth noemen. Het is anno 2015 niet evident om een sociaal netwerk te verlaten. Niet alleen omdat het een uitgelezen manier is om contact te houden met familie en vrienden, maar ook omdat Facebook ondertussen verstrengeld is met een hoop andere (vaak betalende) diensten zoals Spotify, Airbnb, Uber,…
Begrijp mij niet verkeerd. Natuurlijk heeft Facebook het recht om munt te slaan uit je profielgegevens. Het netwerk is gratis omdat de gebruiker zichzelf voor een deel verkoopt. Tot een bepaald punt is dat dus verdedigbaar, maar er kan toch geen discussie bestaan dat er ergens een grens ligt? En die overschrijdt het binnen twee weken met overtuiging.
We zouden ons echter niet mogen neerleggen bij het idee dat we enkel méér kunnen opgeven en steeds minder van en voor onszelf mogen houden. Waarom moet een commercieel bedrijf constant weten waar je bent en wat je on- en offline bezoekt? En wie er in je adressenboekje zit? Journalisten krijgen bijvoorbeeld vaak private contactgegevens van bedrijfsleiders en politici. Wat geeft Facebook het recht om daarin te snuisteren? Moeten we binnenkort allemaal terug naar de Rolodex (dat ding hier naast)?
Je krijgt de indruk dat we als burger machteloos staan ten opzichte van Facebook. Dat zou niet mogen. Er is niets verkeerd met beleid dat mensen tegen hun eigen kortzichtigheid, onwetendheid – ja, zelfs gemakzucht – beschermt. Waar anders heb je politici voor dan om te zeggen: ‘Dit zijn de grenzen waarbinnen een bedrijf zich in onze maatschappij moet begeven’?
Dat het kan, bewijst Duitsland. Opnieuw uit De Tijd:
Duitsland krijgt als enige land in Europa een uitzondering op de nieuwe gebruikersvoorwaarden. Hoe komt dat? Alle landen in Europa zien Facebook als een Europees bedrijf, omdat het Europese hoofdkwartier in Ierland (een EU-lidstaat) is gevestigd, en de lokale privacywetgeving er van tel is.
De Duitsers beschouwen, op basis van een beslissing van de hoogste Duitse rechter eerder dit jaar, Facebook als een Amerikaans bedrijf. Dat ligt buiten Europa, waardoor de Duitse privacywetgeving telt, en die is veel strikter.
Belgen kunnen voorlopig enkel dromen van de privacybescherming in Duitsland. Dan maar de vraag gesteld op Twitter aan Tommelein of België zijn wetgeving niet naar Duits voorbeeld kan aanpassen. Antwoord: ‘Er is nu debat in Europa. Er komt normaal dit jaar een verordening voor alle lidstaten. Daar pleit België voor een sterkere waakhond.’
Privacy is inderdaad bij uitstek Europese materie. Alleen zitten we met Europees overleg en de daaropvolgende verordening jaren verder vooraleer er effectief sprake kan zijn van een degelijke bescherming. Facebook start eind januari al met zijn privacypiraterij.
Dat erkent overigens ook Tommelein zelf. ‘Voor afstemming binnen Europa is verordening #privacy belangrijk. Dat betekent niet dat er niets kan gebeuren.’
Of toch? De vraag naar welke maatregelen hij dan in gedachten heeft, blijft onbeantwoord. Zijn kabinet verwijst vragen door naar een bericht op de website van de Privacycommissie van 23 december 2014: ‘Nieuwe gebruiksvoorwaarden van Facebook: bescherm jouw gegevens!’.
Die titel geeft op zijn minst de indruk dat er aan de privacypiraterij te ontkomen valt. Dan toch maar even naar de Privacycommissie gebeld. Daar blijkt de waarheid toch wat relatiever. Communicatieverantwoordelijke Sarah Boulerhcha wijst er op dat het mogelijk is om voor bepaalde settings gerichte reclame uit te schakelen, maar ”wat lokalisatie, surfverkeer,… betreft, weten we inderdaad dat een gebruiker dit uiteraard niet zelf zal kunnen instellen… Facebook beschikt over deze data.’
Dat er nochtans meer mogelijk is dan een tamme reactie, bewijst Nederland, zo merkt Tijd-journalist Stijn Demeester op.
Boulerhcha laat voorts nog weten dat de Privacycommissie enkel een adviserende bevoegdheid heeft en dat het dus geen dwangsommen kan opleggen zoals in Nederland. Dat blijft het primaat van de politiek.
Tommelein benadrukte gisteren in De Kamer evenwel nogmaals dat hij toch vooral heil ziet in een Europese aanpak van Facebook via een verordening. ‘Ik wil geen Don Quichote spelen’.
Maar goed om weten, staatssecretaris Tommelein, dat van die hondshaai. Gaan we nog veel plezier aan beleven.