Categorie archief: Toekomst

In een democratie kom je de kiezer keer op keer tegen

Ach, de brexit. Komt het ervan, en zo ja, onder welke omstandigheden? Wie het weet mag het zeggen.

Zowel het Britse weekblad The Economist als het Amerikaanse magazine The New Yorker had recent een scherpe analyse die de moeite waard is om te lezen.

The Economist:

Mrs May was dealt a bad hand in Brexit; she has played it extraordinarily badly.

The New Yorker:

[Donald Trump] conceded that Brexit has gone badly, but he didn’t think that there should be a second referendum: “It would be very unfair to the people that won. They’d say, ‘What do you mean, you’re going to take another vote?’ ” But, as Trump will soon be reminded, that’s how democracy works: you don’t face voters just once but again and again, as they come to see what your promises amount to. And sometimes the second answer is very different.

Persoonlijk geloof ik niet dat een tweede referendum politiek haalbaar is. In de praktijk kan het toch plaatsvinden als er nieuwe verkiezingen komen. In dat geval zal de campagne vooral rond het brexitvraagstuk draaien, en zullen de partijen duidelijke posities moeten innemen.

Het gevaar voor de Conservatieven is dat de partij daardoor splijt, en een redelijke en radicale brexitpartij baart. De uitdaging voor Labour van leider Jeremy Corbyn is om de halfslachtige koers die de partij nu vaart te vervangen door een duidelijke visie. Kleinere partijen zoals de Liberal Democrats en The Independent Group kunnen zich bij een nieuwe volksraadpleging dan weer duidelijker profileren.

Verkiezingen zijn geen garantie voor een degelijke oplossing, maar het Britse volk zou zich na de belabberde politieke vertoning van de afgelopen jaren nog eens moeten kunnen uitspreken. Zoals de Britse schrijver Jonathan Coe dit weekend verklaarde in het FD:

‘De ergste leugen van de Leave-campagne was niet dat een vertrek uit de EU wekelijks £350 mln zou uitsparen voor de Britse gezondheidsdienst. Nee, het was de belofte dat het snel, gemakkelijk en zonder economische schade kon gebeuren.’

Op naar verkiezingen dus. Moedig voorwaarts. Altijd moedig voorwaarts.

Advertentie

Kiezers of kiesvee

Jaja, het gaat snel. Vandaag staat in Trends al de slotaflevering van de reeks De staat van onze staat. Daarbij bekijk ik ons land voor de laatste keer als een bedrijf, ditmaal vanuit het standpunt van de burgers, de aandeelhouders dus. (Zie hier deel 1 en deel 2.)

In de tekst had ik daarover nog de politiek filosoof John Rawls en de socioloog Robert Michels kunnen aanhalen.  Rawls was een reus op het vlak van sociale en economische rechtvaardigheid, en bedacht de beroemde sluier van onwetendheid. Dat stelt de vraag hoe mensen hun maatschappij zouden inrichten, mochten ze onwetend zijn over welke positie ze daarin zullen innemen. Het is immers gemakkelijk om tegen herverdeling te pleiten als je weet dat je rijk bent, iets helemaal anders als je arm bent.

We kunnen op eenzelfde manier nadenken over staatsvormen. Hoe willen we een maatschappij inrichten, zonder dat je weet of je tot de bestuurders of de bestuurden behoort? Dat verklaart waarom we checks and balances hebben. Die moeten voorkomen dat iemand met snode gedachten ongecontroleerd zijn of haar zijn kan doen. Anderzijds mogen er ook niet te veel ingebouwde remmen zijn, of er geraakt niets meer geregeld. Er moet dus een gulden tussenweg zijn.

Onderzoek van de ULB uit 2015 suggereert dat Belgen met een sluier om het hoofd in elk geval niet zouden kiezen voor een representatieve democratie, waarbij ze eens om de zoveel jaar mensen aanduiden om beslissingen voor hen te nemen. Met stip op één staat de directe democratie, waarbij burgers veel meer betrokkenheid en inspraak (bijvoorbeeld via referenda) hebben.

Een goede tweede optie bleek de deliberatieve democratie. In deze overlegdemocratie worden burgers uitgenodigd om actief mee te beraadslagen over de toekomst. Ze schuift de werking van parlementen en partijen niet terzijde, maar wil er eerder een aanvulling op zijn.

Opmerkelijk genoeg bleek er zelfs meer steun te zijn voor een technocratie waarbij het land geleid wordt door niet-verkozen techneuten zonder politieke affiliatie, dan voor een representatieve democratie. Daaruit spreekt een groot wantrouwen in beroepspolitici.

De link met particratieën, waarbij de politieke macht in handen is van georganiseerde politieke structuren, is niet ver te zoeken. De Duits-Italiaanse socioloog Robert Michels noemde dat in 1911 in zijn politologische klassieker ‘Zur Soziologie des Parteiwesens in der modernen Demokratie’ de ‘IJzeren Wet van de Oligarchie’.

Volgens Michels zijn er twee opties voor politieke bewegingen. Ofwel verbrokkelen ze, ofwel evolueren ze naar een strakke organisatie met politieke professionals aan de top. Of anders gezegd: in een democratie zijn politieke partijen op termijn niet democratisch. Ze worden door hiërarchisering, centralisering en bureaucratisering een oligarchie waarvan de leiding in handen is van een kleine, gesloten groep.

De kloof tussen het selecte clubje van hoogopgeleide leiders en de grote groep van volgelingen neemt toe omdat de elite zijn identiteit oplegt aan de groep. Daardoor neemt de betrokkenheid van de basis af. Bij partijen zijn het uiteindelijk nog zelden de leden die de richting bepalen, maar wel het partijbureau, het voetvolk mag nog slechts optreden als bekrachtigend stemvee. Michels spreekt van een ‘onvermijdelijk verziekingsproces dat elke democratie treft’.

Zouden burgers die voor anti-establishmentpartijen kiezen het dus niet gewoon beu zijn om zich kiesvee te voelen?

→ Lees hier het volledige artikel. En hier achterhaalt u hoe de politieke partijen de kwaliteit van onze democratie willen verbeteren.

Deze reeks kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

We are the robots

Deze week staat in Trends een verhaal over beleggen in bedrijven die profiteren van de automatisering en robotisering. Specialisten van AXA en Pictet geven er een reeks concrete namen die een plaats kunnen vinden in uw beleggingsportefeuille.

Daarbij hoort ook een kaderstukje dat mij eindeloos blijft intrigeren. Het gaat als volgt:

Als we aan robots denken, zijn dat vaak op mensen lijkende wezens. Als die er effectief zo uitzien, veranderen ze onze blik op wat ze zijn, zo leert een boeiend experiment van Kate Darling. De onderzoekster verbonden aan MIT, Harvard en Yale, onderzocht enkele jaren geleden de band die mensen opbouwen met hun robots.

De deelnemers aan de proef kregen Pleo’s, dat zijn robotjes die op dinosaurussen lijken, en de opdracht om er zich een tijdje mee bezig te houden. Daarna volgde de opdracht om de robot vast te binden, en dood te kloppen. Sommige mensen weigerden om hun robot ‘pijn’ te doen, anderen beschermden hun Pleo voor de slagen van andere deelnemers. Een vrouw verwijderde de batterij van haar robot ‘om hem de pijn te besparen’.

Uiteindelijk kunnen de onderzoekers de groep overtuigen om één Pleo op te offeren, en de rest dat lot te besparen. ‘Ook al besefte iedereen in de kamer dat de robot enkel pijn aan het simuleren was, giechelden de meesten nerveus, en voelden ze zich duidelijk oncomfortabel toen het kermde terwijl het gebroken werd’, aldus Darling.

Het deed mij denken aan de film A.I. Artificial Intelligence uit 2001, van Steven Spielberg. Samengevat met: ‘His love is real. But he is not.’

‘We moeten vermijden dat een minister zijn goesting doet’

Als België een land was dat op bezoek ging bij de dokter, dan kwam het daar buiten met de bekaaide diagnose van sclerotisch, zwaarlijvig en bijziend, zo leerden we vorige week. In de tweede aflevering van De staat van onze staat in Trends kijken naar het beheer van de sociale zekerheid.

In onze denkoefening om België te beschouwen als een NV, is het verleidelijk om de RSZ te vergelijken met een ondernemingsraad. Binnen een onderneming is dat het overlegorgaan waar vertegenwoordigers van de werkgever en de werknemers onderwerpen bespreken als ontslag, werkdruk en vakantieregelingen, alsook de directie informeren en adviseren. De sociale zekerheid lijkt zo in zekere zin een ondernemingsraad in het groot, met thema’s als werkloosheid, gezondheid en arbeidsongeschiktheid.

Een van de belangrijkste redenen waarom dat een manke vergelijking is, ligt bij de aanzienlijke tussenkomst door de overheid waardoor de vraag rijst welk beestje onze sociale zekerheid eigenlijk is. Het heeft een heel dubbelzinnig statuut omdat vakbonden, werkgevers en politici allemaal dingen willen, en allemaal willen dat de ander de rekeningen doet kloppen.

Het is een gedeelde verantwoordelijkheid dat er een gebrek aan financiële verantwoordelijkheid is, meent Danny Pieters, professor in de sociale zekerheid aan de KU Leuven en voormalige N-VA-senator. ‘We moeten naar een systeem waarbij de beheerder van de sociale zekerheid, wie dat ook is, zeggenschap heeft over de hoogte van de bijdragen en de voorwaarden voor de uitkeringen. Het gaat niet op dat de overheid dat allemaal reguleert, en er tegelijkertijd een raad van bestuur is die daardoor de rekeningen niet kan doen kloppen.’

Pieters is bijzonder schamper over de rol van de sociale partners in het beheer van de RSZ. ‘Over wat beslissen ze daar eigenlijk nog? Over de kleur van de muren van de bureaus? Dat is niet ernstig. Dan schaf je het paritair beheer beter gewoon af. Als je daarentegen die beslissingsmacht overlaat aan de sociale partners, zullen zij samen de moeilijke beslissingen moeten nemen die ze nu maar al te graag naar de overheid doorschuiven.’

Een andere mogelijkheid is om de sociale partners uit de openbare instellingen van de sociale zekerheid te lichten, zoals Nederland in het begin van deze eeuw heeft gedaan.

Marc Justaert, de voormalige voorzitter van de christelijke mutualiteiten en sinds zijn pensioen in 2015 voorzitter van de algemene raad van het RIZIV, vindt dat geen goed idee. ‘De participatie van de burger aan het beleid verloopt volgens mij via het middenveld. Het is een illusie dat de burger rechtstreeks zal deelnemen aan overheidsbeslissingen. Wie dat gelooft doet aan volksverlakkerij. We moeten vermijden dat een minister zijn goesting doet en enkel een advies vraagt als hem dat uitkomt.’

Ook Paul Soete, de vroegere baas van sectorfederatie Agoria en nu voorzitter van het Beheerscomité van de RSZ, verdedigt de positie van het middenveld, maar dan eerder omwille van praktische dan politieke redenen. ‘Reglementering uitwerken op een kabinet zonder inzicht in de manier waarop bedrijfsleiders en vakbonden daar in de ondernemingen mee zullen omgaan, leidt tot draken van reglementering die als curiosa kunnen worden tentoongesteld, maar niet toegepast.’

→ Lees hier het volledige artikel.

Deze reeks kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

Een burcht op een heuvel

Deze column verscheen eerder bij De Standaard.

Toen Ronald Reagan (op de foto naast zijn vrouw Nancy) in 1988 als president afscheid nam van zijn volk, vergeleek hij de VS met ‘een blinkende stad op een heuvel, een grote, trotse stad die is gebouwd op stenen die sterker zijn dan oceanen, gezegend door god, en krioelend van alle soorten mensen’.

Bovendien had die stad vrije havens die zoemden van bedrijvigheid en creativiteit, en iedereen leefde er in vrede met elkaar. Als er al stadswallen moesten zijn, vertelde Reagan, ‘dan hebben die deuren die openstaan voor iedereen die er met een goed hart door wil gaan.’

Reagan was niet de enige president die sprak over een ‘stad op een heuvel’ (de beeldspraak kwam oorspronkelijk uit de koker van een 17de-eeuwse puriteinse settler, John Winthrop). Ook John Adams, George W. Bush en John F. Kennedy verwezen er graag naar. Want Amerika, daar waren ze het allemaal over eens, is uitzonderlijk.

Dat was het in elk geval. Nou ja, in zekere zin. Het gros van de aangespoelde Amerikanen was ergens vertrokken met de overtuiging dat in de Nieuwe Wereld kansen lagen die ze thuis niet konden krijgen. Dat de kolonisering de oorspronkelijke bevolking wegveegde en de slavernij er zo’n 250 jaar lang werd gehandhaafd, wordt nooit geroemd als American exceptionalism. Het motto life, liberty and the pursuit of happiness daarentegen past daar naadloos in, net als de overtuiging dat elke Amerikaan het kan maken als hij maar hard genoeg werkt.

De praktijk is ook daar minder vrolijk. America / is a great Idea: the reality leaves something to be desired, schreef de Amerikaanse poëet Frank Bidart kort na de recentste verkiezingen. De feiten spreken voor zich. The land of the free is het land dat wereldwijd het hoogste aantal van zijn burgers achter tralies heeft zitten.

The land of opportunity is het ook al lang niet meer. ‘De American Dream wordt nu gesproken met een Scandinavisch accent’, schreef The Washington Post enkele jaren geleden naar aanleiding van een studie van de economische denktank Oeso. Daaruit bleek dat de sociale mobiliteit, samen te vatten als de kans dat kinderen beter af zullen zijn dan hun ouders, lager is in de VS dan in veel andere ontwikkelde landen. Een van de redenen daarvoor is de kwaliteit van het onderwijs. Amerikaanse kinderen uit achtergestelde milieus scoren stukken slechter op cognitieve testen dan hun (pakweg) Deense tegenhangers, wat zich later ook vertaalt in slechter betaalde jobs.

‘Dit land is voortgekomen uit vier eeuwen van werk, bloedvergieten, eenzaamheid en angst’, schreef John Steinbeck in 1966. ‘En toen, binnen de kortste keren, werden de overeenkomsten tussen ons groter dan de verschillen – een nieuwe maatschappij, niet groots, maar juist door onze tekortkomingen voorbestemd tot grootsheid.’

Anno 2017 is de stad op de heuvel een burcht, met een opgehaalde loopbrug en blokkades in de haven. Elke dag dat Donald Trump vanuit het Witte Huis verdeelt en heerst, is de grootsheid waar Steinbeck op hoopte wat verder af.

We wonen in een augiasstal

Deze column verscheen eerder bij De Standaard.

Er is een cultuuromslag nodig om onze ruimtelijke ordening te verbeteren. Ook bij politici.

‘Wat jij verrommeling noemt is het huis/thuis van mensen. Er sluipt dedain in het debat en dat is niet goed.’ Dat tweette Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten deze ochtend met het vingertje toen iemand opmerkte dat de kopers van slecht gelegen bouwgronden niet betalen voor de kosten van ontsluiting, mobiliteit en verrommeling.

Het is eerder omgekeerd: er sluipt een debat in de dedain, en dat is goed. Aanleiding is een Vito-studie die stelt dat de helft van de Belgische bouwgronden zeer slecht gelegen zijn (DS 6 januari). Zo’n 36.000 hectare grond voor wonen of werken is alleen met de auto te bereiken.

Renaat Braem draait zich om in zijn graf. ‘Geen land is door de menselijke bezetting zo erg mishandeld als het onze, op dit ogenblik het lelijkste land ter wereld’, schreef de architect en urbanist in 1968. Hij noemde de Belgische ruimtelijke ordening ‘een job waarvoor zelfs Hercules zou terugdeinzen, een augiasstal van 30.000 vierkante kilometer’.

Daar heeft het naoorlogse woningbeleid schuld aan. De toenmalige CVP vreesde bijvoorbeeld dat verstedelijking tot ongeloof zou leiden – het waren andere tijden. De partij wilde niet weten van collectieve woonvormen, want dat was voor socialisten. Dankzij de premie-De Taeye uit 1948 konden jonge gezinnen overal in Vlaanderen bouwen, wat gezorgd heeft voor de ruimtelijke wanorde die we vandaag kennen.

Wat is die dedain dan? Wel, de voordelen van ons systeem zijn geïndividualiseerd (denk aan de mensen die in doorgaans goede woningen op ruime kavels wonen), maar de prijs is gecollectiviseerd. Het is moeilijk om in zo’n versnipperd ruimtelijk landschap riolen te voorzien, en elektriciteit en water naar die huizen te brengen. Als straks de vergrijzing volop toeslaat, zal dat aan een ernstige prijs komen, en dan vooral in die plaatsen die in de jaren 60 en 70 verkaveld zijn. Die oudere mensen wonen met andere woorden in plekken die voorzieningsarm zijn.

En daar zouden we dus verder aan bijdragen? Mooi niet, mag ik hopen.

Het idee dat het ideale huis maar één bouwovertreding verwijderd meer is, decennialang een geloofsovertuiging van elke Belg met een baksteen, is weggedeemsterd. Tegelijk groeit ook het besef dat de ene bouwgrond de andere niet is. ‘Ik denk dat kopers zelf wel kunnen bepalen of ze een bouwgrond slecht gelegen vinden’, aldus Rutten. Het punt is net dat ook de ruimere maatschappij daar inspraak in zou moeten hebben.

Misschien moet Rutten dat boekje van Braems maar eens ter hand nemen. Daarin staat een mooie liberale gedachte: ‘De mens, noodzakelijk gemaakt door de ontwikkeling van techniek en wetenschap, is een nieuwe mens, die uit een schil van dodende denkpatronen moet ontbolsterd worden wil hij er niet in stikken.’

Misprijzen

Dit opiniestuk verscheen eerder bij De Tijd.

Politici verdedigen de rechtstaat, tenzij het hen kiezers kan kosten. In het Arco-dossier zet de regering het belang van een deel van haar kiezers boven dat van haar volk.

‘Er zijn dagen waarop men spaarzaam moet zijn met zijn misprijzen omdat er zoveel zijn die er nood aan hebben’, verklaarde de Franse denker François-René de Chateaubriand ooit. Wel, woensdag was zo’n dag, toen het Europees Hof van Justitie de gecontesteerde Arco-regeling naar de prullenmand verwees. Een overwinning voor de rechtstaat, aangezien het Hof finaal bevestigde dat alle beleggende Belgen gelijk zijn voor de wet.

Toch verklaarden politici van verschillende partijen – zowel uit de regeringscoalitie als uit de oppositie – meteen dat er een ‘creatieve oplossing’ moest komen om de Arco-beleggers (die dus voor alle duidelijkheid géén spaarders zijn) hun centen terug te geven. De christendemocratische vice-premier Kris Peeters, primus inter pares van de Arco-cheerleaders, verklaarde dat de belastingbetaler daarbij zo weinig mogelijk direct geviseerd mag worden. Dat is – excusez les mots – tjeverig gekonkelfoes. De essentie zit er niet in dat de belastingbetaler volgens Peeters zoveel mogelijk moet gespaard worden, maar wel dat hij zo min mogelijk mag merken hoe zijn belastingen weggesluisd worden naar een specifiek kiespubliek.

Want vergis u niet: dit is politiek clëntelisme pur sang. Het illustreert hoe de rechtstaat voor sommige partijen belangrijk is in het ene dossier, maar niet in het andere. Als deze regering oprecht de belastingbetaler niet wil viseren, dat ze dan zweert bij de fundamenten van de rechtsstaat dat gedupeerden verhaal moeten halen op de partijen die hen schade hebben bezorgd. Waarom zou ik als belastingbetaler schuld hebben aan het dramatisch financieel beheer van Arco, of de verkooppraktijken van de christelijke arbeidersbeweging? Als de belegger daar zijn verschuldigd bedrag niet volledig kan recupereren, moet hij de rest van zijn verlies slikken. Zoals alle beleggers.

Tot slot is het ook opmerkelijk hoe weinig aandacht er gaat naar het intergenetarioneel aspect van een mogelijke terugbetaling. Als de regering 200 miljoen euro belastinggeld kan laten wegvloeien naar Arco-gedupeerden, moet ze daar ook het geld voor vinden. Dat komt neer op het verder opbouwen van de staatsschuld. En die laatste is niets anders dan uitgestelde belastingen, die dus in steeds grotere mate worden doorgeschoven naar jongere generaties. Als die al bij Arco zaten, en dat zullen er sowieo niet veel geweest zijn, gaat het om heel beperkte bedragen. Toch zullen zij in dat geval allemaal mogen mee betalen voor deze koldervertoning.

Het hele Arco-dossier getuigt van het politieke onvermogen om een rechtvaardige, maar onpopulaire beslissing uit te leggen en te verdedigen. Wie achter zijn kiezer aanloopt, kan hem nooit in het gezicht kijken. Dat verdient ons misprijzen.

Het jaar dat achteruit vloog, deel II

Ziehier het tweede (en laatste) deel van mijn jaaroverzicht. Hier vindt u het eerste deel. Enjoy!

Tweet met het hoogste gniffelgehalte

Beste begin van een artikel 

Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)

Beste alinea 

Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)

Meest dramatische krantentitel

A Toddler, a Loose Gun in a Car, and a Mother Dies
(The New York Times)

Meest deprimerende krantenartikel

Deprimerend.png
(The New York Times)

Beste Nederlandstalig portret

Beste internationaal portret (met animatie)

Beste woordspeling

PostNL mag niet veranderen van Kamp
(De Tijd, Lukas Vanacker)

Grappigste krantentitel

Persoonlijkheid van schaap valt tegen
(NRC, Frans van der Helm)

Eervolle vermeldingen:

  • Man who claimed gay donkey tried to rape his horse runs for Ukip leadership, The Independent.
  • Bike Thief Lassoed by Bystander on Horseback in Oregon Walmart Parking Lot, New York Magazine.
  • A Lesson for India in a Fog So Thick It Could Kill a Cow, The New York Times.

Fait divers der faits divers

Fietser valt met frieten
(Het Laatste Nieuws)

Grootste ‘Euh?’-artikel

De mannen die als hond leven: “Als iemand in de buurt van mijn baasje komt, grom ik als een bulldog”, Het Laatste Nieuws

(Topquote: “Het hond-zijn is slechts een deel van mijn identiteit. Ik ben ook vegetariër en ik speel ook piano. Ik heb een papegaai.”)

 Beste bronvermelding van het jaar

Meeste bizarre statistiek

Opmerkelijkste verklaring van het jaar

Mooiste zin

‘Sometimes progress mows men down.’, The New Yorker.

Mooiste podcast-aflevering

‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.

Feel good

Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.

Opmerkelijkste onderzoek (dat ik dit jaar tegenkwam), deel II

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel II:

Internationale politiek in één beeld

vaarwel

Het slechtste van de internationale politiek, in één cartoon

schermafbeelding-2016-12-16-om-21-22-57
(The New Yorker)

Brexit in twee tweets

Amerikaanse verkiezingen, in één cartoon

Schermafbeelding 2016-12-16 om 21.22.17.png
(The New Yorker)

Donald Trump – beste verklaring waarom hij won

For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)

Beste zin van Trump

The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience.
(CNN) 

Beste zin over Trump

A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)

Mooiste ironie

Het beste van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker

Mooiste voorbeeld van Europese geldverspilling.

Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.

Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg

“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”

— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.

Bizarste geldverspilling in Europa

‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.

Beste eerste zin 

Zat Ingrid Lieten nog in het parlement? Blijkbaar wel, want nu heeft ze aangekondigd om ermee te stoppen. (De Tijd, Wim Van de Velden)

Beste alinea 

Volgens Xinhua zijn er graafmachines ingezet om de boekhouding van het bedrijf boven de grond te krijgen. Letterlijk: het management zou 80 zakken met financiële administratie zes meter onder de grond hebben verstopt. (FD, over Chinese ponzi-fraude)

Meest deprimerende krantenartikel

Deprimerend.png
The New York Times.

Beste Nederlandstalig portret

Beste internationale portret (met animatie)

Quote met het hoogste zuchtgehalte

Schermafbeelding 2016-12-16 om 21.20.09.png
(De Standaard)

Tweet met het hoogste zuchtgehalte

Gniffeltweet

Meest dramatische krantentitel

A Toddler, a Loose Gun in a Car, and a Mother Dies
(The New York Times)

Beste woordspeling

PostNL mag niet veranderen van Kamp
(De Tijd)

Grappigste krantentitel

  • Persoonlijkheid van schaap valt tegen, NRC.

Eervolle vermeldingen:

  • Man who claimed gay donkey tried to rape his horse runs for Ukip leadership, The Independent.
  • Bike Thief Lassoed by Bystander on Horseback in Oregon Walmart Parking Lot, New York Magazine.
  • A Lesson for India in a Fog So Thick It Could Kill a Cow, The New York Times.

Grappigste videoreportage van 2016

“Hoezo, ik mag geen garagepoort bouwen?”, Het Nieuwsblad.

Fait divers der faits divers

Fietser valt met frieten, Het Laatste Nieuws

Grootste ‘Euh?’-artikel

De mannen die als hond leven: “Als iemand in de buurt van mijn baasje komt, grom ik als een bulldog”, Het Laatste Nieuws

(Topquote: “Het hond-zijn is slechts een deel van mijn identiteit. Ik ben ook vegetariër en ik speel ook piano. Ik heb een papegaai.”)

 Beste bronvermelding van het jaar

Meeste bizarre weetje

Opmerkelijkste verklaring van het jaar

Mooiste zin

‘Sometimes progress mows men down.’, The New Yorker.

Mooiste podcast-aflevering

‘They drove on, and the moon rose over an open field.’ – Open Road, The Memory Palace.

Beste korte videoreportage

‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.

Feel good

Jacobien vraagt een plaatje aan voor haar slechtziende zus Marlies.

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:

Het jaar dat achteruit vloog, deel I

Het jaareinde nadert, en daar komen de lijstjes weer. Het is iets waar ik nog niet eerder aan meegedaan heb, maar waarom niet? In dit tweedelig overzicht (hier deel II) verschijnen de artikels, quotes en weetjes die mij dit jaar het meest geïnteresseerd, verontrust en bijgeleerd hebben. Deze lijst is bijlange na niet volledig, er is nu eenmaal niet genoeg tijd in een dag om alles te lezen, en bovendien hield ik niet alles bij dat ik geweldig goed vond. Misschien een werkpuntje voor volgend jaar. Voilà, zowaar een eerste voornemen!

De titel van dit jaaroverzicht komt van mijn broer die mijn neef citeerde. De link is snel gelegd. Het leek in 2016 af en toe alsof de wereld een stuk dwazer geworden is, alsof we collectief een stap achteruit hebben gezet. We huldigden meer populistische roeptoeters dan in 2015 bijvoorbeeld, en stelden ons minder menselijk op tegenover vluchtelingen.

Toch moeten we moed houden, en voor ons een betere toekomst zien. Denk daarbij aan de mooie woorden van de Amerikaanse journalist E.B. White, zoals hij die in 1973 neerschreef in een brief aan een lezer die zich zorgen maakte over een duistere toekomst voor de mens:

Zolang er één rechtvaardige man is, zolang er één meelevende vrouw is, kan dat besmettelijk zijn, en is niets verloren. In slechte tijden, is het hoop die ons rest. Ik zal zondag opstaan en de klok opwinden, als een bijdrage aan orde en standvastigheid.

[…] Het is vrij duidelijk dat het menselijk ras er een boeltje van heeft gemaakt op deze planeet. Maar als een volk dragen we waarschijnlijk zaadjes van goedheid met ons mee die al een lange tijd wachten om in de juiste omstandigheden te kunnen ontkiemen. De nieuwsgierigheid van de mens, zijn vernuft en zijn vindingrijkheid hebben hem in grote problemen gebracht. We kunnen enkel hopen dat diezelfde eigenschappen hem in staat stellen om die te overwinnen.

Zet je schrap. Houd moed. En wind de klok op, want morgen is er weer een dag.

Brexit in twee tweets

schermafbeelding-2016-12-16-om-21-53-28

Donald Trump – beste verklaring waarom hij won

For the white working class, having had their morals roundly mocked, their religion deemed primitive, and their economic prospects decimated, now find their very gender and race, indeed the very way they talk about reality, described as a kind of problem for the nation to overcome. This is just one aspect of what Trump has masterfully signaled as “political correctness” run amok, or what might be better described as the newly rigid progressive passion for racial and sexual equality of outcome, rather than the liberal aspiration to mere equality of opportunity.
(New York Magazine, enkele maanden voor de verkiezingen)

Beste zin van Trump

The day I realised it can be smart to be shallow was, for me, a deep experience.
(CNN) 

Beste zin over Trump

A Trump family friend told me, “Donald only thinks of himself. When you say, ‘Donald, it’s raining today’, he says, ‘It doesn’t matter, I’m indoors.’”
(The New Yorker)

Mooiste ironie

Het beste van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker

Mooiste voorbeeld van Europese geldverspilling.

Voor het 18de jaar op rij: de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg.

Mooiste voorbeeld van hier-geraken-we-echt-niet-mee-weg

“Why do we need a chauffeur service? The MEPs can’t take a taxi like everyone else?”

— MEPs delay vote on €3 million limousine plan, Politico.

Bizarste geldverspilling in Europa

‘As heads of state go, this one appears to be quite expensive.’ — Hollande’s $10,000-a-Month Stylist Is Revealed, The New York Times.

Opmerkelijkste onderzoek (dat ik dit jaar tegenkwam), deel I

  • Stoppen met roken verhoogt de body mass index met zo’n 1,6 punten. In gewicht uitgedrukt is dat ruwweg 5 kilo. NBER
  • Nieuwe studie suggereert dat 57% van bevolking een seksuele afwijking heeft. Vorsers vragen evaluatie van ‘afwijkend’. Sexual Medicine
  • ‘Females are more efficient in shopping per item, while males spend less time on getting in and out of the store.’ Australasian Marketing Journal
  • ‘Straight women’s physical attractiveness is linked to their desire for gay male friendships.’ Personality and Individual Differences

Beste korte videoreportage

‘We are only doing this shit to get out. It’s crazy. Just to go to the beach, we have to have guns with us. This shit ain’t normal man. This shit don’t end.’ — The lost streets of Chicago, BBC.

Een greep uit de beste artikels die ik in 2016 las (en soms ook schreef), deel I:

De verschrikkelijke realiteit van de Grieken

Nu de discussie over een Grexit weer volop woedt (geloof ze trouwens niet, diegene die zeggen dat dit het ‘ultieme moment van de waarheid’ of ‘de allerlaatste kans’ is), valt me op hoezeer de emotie de bovenhand neemt in krantenberichten en opiniestukken.

Die emoties vertroebelen het debat. Laat mij beginnen met een eenvoudige vaststelling, namelijk dat alle eurolanden hun overheidsschuld in een redelijke termijn terug naar een houdbaar niveau moeten kunnen brengen. Daar kan, denk ik, iedereen het toch over eens zijn.

Dat betekent voor Griekenland onvermijdelijk een begrotingstransfer onder de vorm van een forse schuldherschikking. De Griekse overheidsschuld bedraagt op dit ogenblik ruim 180 procent van het bruto binnenlands product. En dat dus ondanks de inlevering door de private schuldeisers in februari 2012. Het is niet alleen economisch, maar ook democratisch onbegonnen werk om die enorme schuldenberg zonder hulp helemaal af te bouwen.

Bij die eerste schuldherschikking bleven de publieke geldschieters – voornamelijk de andere eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – buiten schot. Hoewel de rente die Athene op die schulden betaalt veel lager is dan wat het zou moeten ophoesten indien het zich op de financiële markt zou moeten financieren, kost dat die donoren geen geld. De rente die zij krijgen, ligt immers hoger dan wat ze zelf betalen om die extra schuld te maken. Zolang er dus geen korting komt op de hoofdbedragen, of de looptijden stevig verlengd worden waardoor de nominale waarde van de terugbetalingen daalt, doet geen van hen er verlies aan. Het gaat met andere woorden tot op vandaag over een lening, geen steun (in de zin van transfer).

Een nieuwe schuldherschikking kan op twee manieren gebeuren: binnen of buiten de eurozone. Als de politieke wil nog bestaat om de Griekse lidkaart van het euroclubje te verlengen, kan die herschikking best op een geordende manier gebeuren. Dat begint met te erkennen dat ze nodig is. Het is in dat geval ook niet meer dan logisch dat mee te nemen in de deal die Griekenland en de trojka (dat is het driespan van Europese Commisse, Europese Centrale Bank en het IMF) nu in spoedtempo moeten bedisselen.

Tot op vandaag luidt het echter dat de Grieken eerst heel wat structurele hervormingen moeten doen vooraleer dat taboe kan sneuvelen. Voor alle duidelijkheid: wat de trojka vraagt, klinkt misschien Spartaans, maar niet onredelijk. Griekenland heeft niet zomaar een verkoudheid: het land lijkt in sommige opzichten terminaal en daarom is het ook niet onlogisch dat de trojka zweert bij het spreekwoord ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’.

De trojka wil simpelweg enkele jaren voorsprong nemen tot die schuldherschikking er effectief komt. Kostbare jaren waarin Griekse politici zich aan de afspraken moeten houden. Het gevaar bestaat immers dat bij een schuldherschikking nú, Hellas binnen de kortste keren terugkomt op de gemaakte afspraken. Niemand lijkt er immers ook maar enig vertrouwen in te hebben dat Alexis Tsipras (links op de foto) zich aan de deal zal houden. Daar kan ik de sceptici overigens enkel gelijk in geven. Veel vertrouwenwekkende signalen zijn er niet gekomen uit Athene sinds Syriza aan de macht is gekomen.

Toch moet er een oplossing te bedenken zijn. Een voorstel dat ik vorig jaar in Ons Europa is niet dat van hen heb gedaan, is om een schuldherschikking trapsgewijs te laten verlopen in ruil voor structurele hervormingen en dat te koppelen aan een tijdspad.

Daarbij worden de leningen nog steeds in schijven toebedeeld en blijven ze gekoppeld aan harde afspraken. Er is evenwel een element dat inspeelt op de houdbaarheid van de schuld. Als Griekenland de afspraken nakomt, valt een deel van de uitstaande schuld weg. Als het bepaalde doelstellingen sneller kan halen dan afgesproken, zoals het herstel van de concurrentiepositie, het terugdringen van corruptie of het hervormen van het pensioenstelsel, dan stijgt bovendien het bedrag dat het niet meer terug hoeft te betalen.

Een ander voorstel gaat over het herzien van de huidige begrotingsregels. Eigenlijk is een begroting een achterlijk instrument, niets meer dan een kasboekhouding.

Het verhogen van de pensioenleeftijd is daar een mooi voorbeeld van. Ja, mensen dragen erdoor langer bij aan het pensioenstelsel terwijl ze er tegelijkertijd minder lang gebruik van maken, maar dat voelt een begroting op korte termijn amper terwijl het een zeer onpopulaire maatregel is. Het is dus begrijpelijk dat politici er zich met hand en tand tegen verzetten.

Mochten de Europese begrotingsregels toestaan dat de opbrengsten van zulke maatregelen verdisconteerd worden (en dus latere opbrengsten deels kunnen doorgerekend worden naar de huidige financiën), kan dat bijdragen aan het oplossen van de impasse. Dit heeft natuurlijk ook zijn gevaren, maar het zou geen taboe mogen zijn.

Wil ik maar besluiten dat je een land dat zo kapot is als Griekenland niet op een vijftal jaar repareert. Daar gaan generaties over. Dat is verschrikkelijk, maar het is wel de realiteit. Jammer genoeg wordt met dat tijdsaspect in de huidige discussies op te weinig manieren rekening gehouden.

UPDATE: Mijn goede vriend en De Tijd-journalist Kurt Vansteeland voegt er per mail nog een bedenking aan toe, die ik hier graag deel.

[De Duitse minister van Financiën Wolfgang] Schäuble en co moeten wat minder neuten: zij verspreiden de mythe dat de Grieken nog niks gedaan hebben, terwijl ze op zes jaar tijd 40 procent ingeleverd hebben op hun pensioenen en de reële lonen met zo’n 30 procent gezakt zijn. Een interne devaluatie dus die minstens die van Ierland of Letland benadert. Het probleem is evenwel dat Griekenland met zijn bijna communistische economie in niets op die kleine, flexibele economieën gelijkt. Als ik mij niet vergis vertegenwoordigt de uitvoer minder dan 30 procent van het bruto binnenlands product tegenover 80 procent voor België en Nederland en meer dan 100 procent voor Ierland.

Kortom: je hebt groot gelijk dat de Griekse economie een gezondheid schoppen werk van generaties ipv jaren zal zijn. Idem voor de begroting: daarvoor moet eerst het hele inefficiënte overheidsapparaat en de dramatische belastinginning op de schop, en moet de Griek ook nog eens van mentaliteit veranderen en leren een goede burger te zijn die ziet dat hij in ruil voor zijn belastinggeld waar voor zijn geld krijgt.